M2 - D Toets Chapitre 6

D Toets Chapitre 6
  1. Camera aan
  2. Microfoon uit
  3. 40 minuten
  4. 4 onderdelen
  5. Bonne chance!
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

D Toets Chapitre 6
  1. Camera aan
  2. Microfoon uit
  3. 40 minuten
  4. 4 onderdelen
  5. Bonne chance!

Slide 1 - Tekstslide

1. Luistervaardigheid
Bij dit onderdeel ga je luisteren naar een gesprek 
op school over het ontbijt.
Hierna kies je de juiste optie in de zinnen.

Je kunt het luisterfragment eerder stoppen of vooruitspoelen als je dat wilt.

Slide 2 - Tekstslide

De leraar is tevreden omdat de .... de klas 's ochtends ontbijt
A
hele
B
meerderheid van

Slide 3 - Quizvraag

Lisa vindt het ... terecht dat de leraar haar plaagt.
A
niet
B
wel

Slide 4 - Quizvraag

Théo eet 's ochtends ....
A
alleen fruit
B
verschillende dingen

Slide 5 - Quizvraag

De leraar vindt het ... een goed idee om 's ochtends pannenkoeken
te eten.
A
geen
B
wel

Slide 6 - Quizvraag

2. Vocabulaire
In het volgende onderdeel wordt je woordenschat getest.

-In het eerste gedeelte kies je het juiste woord dat in de zin past.
-In het tweede gedeelte geef je zelf het juiste woord.
Vul alleen het woord in en denk aan eventuele streepjes.

Slide 7 - Tekstslide

Je vais prendre un bon repas à ...
A
message
B
midi

Slide 8 - Quizvraag

J'ai une bonne ... de lasagnes aux légumes.
A
pomme
B
recette

Slide 9 - Quizvraag

C'est un plat ... viande.
A
bon appétit
B
sans

Slide 10 - Quizvraag

Je t'invite à ... mes lasagnes.
A
goûter
B
ouvrir

Slide 11 - Quizvraag

C'est un plat vraiment ...
A
déjà
B
délicieux

Slide 12 - Quizvraag

Comme ... on prend une soupe aux tomates.
A
assiette
B
entrée

Slide 13 - Quizvraag

Ce n’est pas ... de faire de la soupe aux tomates.
A
difficile
B
prêt

Slide 14 - Quizvraag

Le dessert c'est un ... de fromage.
A
morceau
B
monde

Slide 15 - Quizvraag

La France est (een land) __________ où l’on mange bien.
A
une soupe
B
un pays
C
un message

Slide 16 - Quizvraag

Moi, j'adore (alleen maar) _________ la cuisine française.
A
seulement
B
sans
C
beaucoup

Slide 17 - Quizvraag

(Er zijn) ___________ des spécialités dans chaque région.
A
Vraiment
B
À midi
C
Il y a

Slide 18 - Quizvraag

J'aime (veel) __________ les plats italiens.
A
sans
B
tout
C
beaucoup

Slide 19 - Quizvraag

Je vais manger, j' (heb honger)_______.
A
ai faim
B
faire la cuisine
C
les épinards

Slide 20 - Quizvraag

Elsa prend (altijd) __________ des pâtes.
A
détester
B
demain
C
toujours

Slide 21 - Quizvraag

3. Grammatica
Bij de volgende vragen laat je zien dat je de Imparfait herkent en begrijpt.

1. Je haalt de Imparfait uit de zin.
2. Je vertaalt de Imparfait naar het Nederlands



Slide 22 - Tekstslide

voorbeeld
Dans la classe, je parlais toujours avec mes copines.

1. Imparfait = parlais
2. Vertaling = praatte

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de Imparfait in deze zin?
Pendant les vacances j'invitais souvent mon copain Michel.

Slide 24 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling?
Pendant les vacances j'invitais souvent mon copain Michel.

Slide 25 - Open vraag

Wat is de Imparfait in deze zin?
Michel et moi, nous regardions souvent du sport à la télé.

Slide 26 - Open vraag

Wat is de Nederlandse vertaling?
Michel et moi, nous regardions souvent du sport à la télé.

Slide 27 - Open vraag

Wat is de Imparfait in deze zin?
Tu étais où pendant les vacances?

Slide 28 - Open vraag

Wat is het hele Franse werkwoord?
Et toi? Tu étais où pendant les vacances?

Slide 29 - Open vraag

3. Grammatica
In de volgende zinnen kies je voor het juiste delende lidwoord.

Slide 30 - Tekstslide

Tu vas manger ... saumon?
A
des
B
du

Slide 31 - Quizvraag

Non, je ne mange pas ... poisson.
A
du
B
de

Slide 32 - Quizvraag

J'adore ... plats végétariens.
A
des
B
les

Slide 33 - Quizvraag

Je mange beaucoup ... œufs.
A
d'
B
des

Slide 34 - Quizvraag

4. Leesvaardigheid
Tenslotte krijg je een stukje tekst waar een aantal vragen over worden gesteld. De tekst is in stukjes gedeeld en de vragen die volgen slaan op de tekst die je eerst leest.

Slide 35 - Tekstslide


Le goût de Nathalie!
Qu’est-ce que les jeunes aiment manger et boire? Pour la nouvelle rubrique ‘Le goût des jeunes’ le magazine ‘Bonne cuisine Junior’ a interviewé Nathalie Tixier (14 ans). Voilà ses réponses.

Slide 36 - Tekstslide

Nathalie schrijft / wordt geïnterviewd voor het tijdschrift «Bonne cuisine Junior».
A
schrijft
B
wordt geïnterviewd

Slide 37 - Quizvraag

In de rubriek «Le goût des jeunes» vertellen jongeren wat ze wel en niet lusten / graag koken.
A
wel en niet lusten
B
graag koken

Slide 38 - Quizvraag


Qu’est-ce que tu préfères manger?
Du riz au poulet! C’est un plat très savoureux. Ma mère prépare ça souvent le samedi soir. Elle fait ça pour moi, parce que j'adore le poulet. C’est gentil, hein?

Slide 39 - Tekstslide

Waarom eet Nathalie vaak kip met rijst in het weekend?
A
omdat het makkelijk te maken is
B
omdat het een gerecht is dat zij zelf kan maken
C
omdat haar moeder weet dat ze dat lekker vindt

Slide 40 - Quizvraag


Tu aimes les légumes? 
Non, je déteste les légumes! Les fruits, pas de problème. Je mange assez de bananes et d’oranges. Mais les légumes? Non, merci! Je n’aime surtout pas les épinards, c’est dégoûtant!

Slide 41 - Tekstslide

Wat is voor Nathalie geen probleem volgens deze alinea?
A
om groente te eten die zij eigenlijk niet lust
B
om nieuwe soorten groente en fruit te proberen
C
om voldoende fruit te eten

Slide 42 - Quizvraag


Qu'est-ce que tu bois au dîner? 
J'aime beaucoup le coca! Mais c'est mauvais pour la santé, hélas. Donc je bois uniquement du coca pendant le week-end. Pour le reste je bois surtout de l'eau: au moins un litre par jour! Est-ce que je peux vous raconter une histoire?  

Slide 43 - Tekstslide

Wat zegt Nathalie over het drinken van cola in deze alinea?
A
dat ze het alleen mag drinken op speciale gelegenheden
B
dat ze het heel lekker vindt en er vaak liters van drinkt
C
dat ze het niet zo vaak drinkt omdat het niet gezond is

Slide 44 - Quizvraag

Oui, bien sûr! 
Pendant les grandes vacances, Femke, ma copine hollandaise, est venue chez moi. On a bien rigolé, parce que Femke était très surprise de manger un repas chaud à midi, et encore un vers 20h00.
Elle nous a apporté une spécialité néerlandaise: des granulés au chocolat! Les Néerlandais mangent ça sur du pain. Mais ici en France, on ne connaît pas ça. Alors nous avons préparé un gâteau avec les granulés de chocolat pour le dessert. Il était très appétissant. On s'est régalés!

Slide 45 - Tekstslide

Waarom zegt Nathalie in de laatste alinea «on a bien rigolé»?
A
omdat Femke verbaasd was over de Franse eetgewoontes
B
omdat Femke verrast was dat Nathalie zo goed kan koken
C
omdat Nathalie het grappig vond om Nederlands eten te proeven

Slide 46 - Quizvraag

Wat hebben Femke en Nathalie gedaan met de ‘granulés’?
A
ze hebben het als broodbeleg gebruikt
B
ze hebben er een toetje van gemaakt
C
ze hebben het in de warme maaltijd verwerkt

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide