4.5 A Verhouding en verhoudingstabel


4.6 Verhouding en verhoudingstabel
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


4.6 Verhouding en verhoudingstabel

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • 4.6 Verhouding en verhoudingstabel.
  • Aan de slag!


Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken percentage
Een percentage zegt hoeveel procent een deel van het totaal is.
Dus hoeveel procent is 18 van de 26 leerlingen?
Dit is ongeveer 69,2%

Als som:                       %                     % 


2618100
69,2
Een percentage rond je altijd af op 1 decimaal!

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel voor vandaag
Aan het eind van de les kun je met een verhoudingstabel werken. 

Slide 4 - Tekstslide

Verhoudingen
Voor een klassenavond gaan Rianne en Eva chips kopen. 
Per 5 leerlingen rekenen ze op 3 zakken chips.

Hoeveel zakken hebben ze nodig voor 20 leerlingen?

Slide 5 - Tekstslide

Verhoudingen
  • Het aantal leerlingen en het aantal zakken chips hebben dezelfde verhouding. 
  • De verhouding leerlingen : zakken chips => 5 : 3.
  • Spreek uit: “5 staat tot 3” of  "5 op 3".
  • Als een verhouding wordt gevraagd, dan moet je zover mogelijk vereenvoudigen en de getallen moeten "heel" blijven. Net zoals bij breuken.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Vereenvoudig zover mogelijk 24 : 12.


Vereenvoudig zover mogelijk 15 : 45.



Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de verhouding op van
12 : 40

Slide 8 - Open vraag

Verhoudingstabel
Bij een verhouding kun je een tabel maken:





Slide 9 - Tekstslide

Verhoudingstabel
Bij een verhouding kun je een tabel maken:





In een verhoudingstabel kun je:
- Boven en onder met hetzelfde getal vermenigvuldigen.
- Boven en onder door hetzelfde getal delen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de verhouding in deze tabel?
A
1 op 9
B
1 op 3
C
3 op 27
D
10 op 90

Slide 12 - Quizvraag

Wat?
Maak som 104 t/m 107
waar?
blz. 227
Hulp?
-Boek en/of aantekeningen
-Buurtjonge/ buurtmeisje
-Docent
Klaar?
Antwoorden controleren
Maak som: L13 blz. 232
Niet af?
Huiswerk
Aan de slag:

Slide 13 - Tekstslide