Vrijhandel of niet?

Vrijhandel of niet?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vrijhandel of niet?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Het nationaal inkomen/ berekening import- en exportquote
Open en gesloten economie
EU
EMU
ECB

Slide 2 - Tekstslide

27 lidstaten van de EU, vormen samen een interne markt.

De Europese Monetaire Unie (ook wel eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro gebruiken als betaalmiddel.

ECB= Europese Centrale Bank
de centrale bank van de landen met de euro.
Taken:
1. inflatie laag houden, bewaakt de waarde van de euro.
2. biljetten en munten in omloop brengen.
3. stelt de hoogte van de rente vast.


Lesdoelen
Na deze les weet je:
- waarom landen protectiemaatregelen nemen
- wat internationale arbeidsverdeling is
- wat internationale concurrentiepositie is
- wat vrijhandelszones zijn
- waar WTO voor staat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn protectiemaatregelen?

Slide 4 - Open vraag

Maatregelen die een land neemt om de  eigen productie en werkgelegenheid te beschermen tegen concurrentie uit het buitenland
Protectiemaatregelen

Slide 5 - Tekstslide

Exportsubsidie: Geld dat de overheid geeft aan bedrijven die producten exporteren. De prijs wordt kunstmatig laag gehouden, zodat consumenten in het buitenland meer Nederlandse producten zullen kopen. Dit is goed voor de Nederlandse economie.
Wat is vrijhandel?

Slide 6 - Open vraag

Vrijhandel is internationale handel zonder handelsbelemmeringen.
Als er geen sprake is van protectionistische maatregelen kunnen landen gemakkelijk onderling producten met elkaar verhandelen. Hierdoor kunnen landen zich gaan specialiseren in bepaalde producten.
Internationale arbeidsverdeling
Het tegenovergestelde van protectionisme is vrijhandel.
Door vrijhandel ontstaat er een betere internationale arbeidsverdeling:

 een product wordt gemaakt en geëxporteerd door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.

Slide 7 - Tekstslide

Frankrijk wijn
Nederland kaas
Duitsland auto's
Internationale concurrentiepositie
De mate waarin bedrijven in een land in staat zijn om te concurreren met bedrijven in het buitenland. 

Een goede internationale concurrentiepositie voor Nederland betekent dat we een goede kwaliteit aan producten aan het buitenland leveren, tegen een lage prijs.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nederland heeft een sterke internationale concurrentiepositie, door o.a.:

  • goed onderwijs
  • goede gezondheidszorg
  • goede infrastructuur

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijhandelszones
Wereldwijd zijn er verschillende vrijhandelszones.
Groepen landen die geen onderlinge protectiemaatregelen hebben.

Om in heel de wereld de vrije handel te bevorderen, maken landen afspraken met elkaar over het afschaffen van protectiemaatregelen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Wereld Handelsorganisatie
- Doel: de vrije handel bevorderen
- Helpt landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen

Voorwaarde: eerlijke concurrentie tussen die landen:
- fatsoenlijke arbeidsomstandigheden
- geen kinderarbeid
- dezelfde milieuregels
WTO

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationale concurrentiepositie is:
A
goedkoper produceren dan andere landen
B
Sneller te kunnen produceren.
C
Beter en goedkoper te kunnen produceren dan andere landen
D
een slechte zaak

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen protectiemaatregel?
A
accijns heffen
B
contingentering
C
invoerrechten heffen
D
exportsubsidies

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Protectiemaatregelen
A
Handelsvrijheden
B
Handelsbelemmeringen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een protectiemaatregel is contingentering. Wat is contingentering?
A
Het heffen van extra belastingen op invoerproducten
B
Het stellen van een beperkte hoeveelheid van invoerproducten
C
Het stellen van extra strenge regels op invoerproducten
D
Het verbieden van invoer van bepaalde producten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Internationale arbeidsverdeling is:
A
Elk land produceert waar hij goed en goedkoop in is.
B
Elk land produceert hetzelfde product

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent WTO?
A
Eerlijke handel
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Wereldbank

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Internationale arbeidsverdeling ontstaat door..........
A
internationale concurrentie
B
nationale concurrentie
C
protectionisme
D
vrijhandel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een taak van de WTO
A
noodhulp bieden
B
structurele hulp bieden
C
De invoerrechten afschaffen
D
De vrijhandel in de wereld bevorderen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verder
Verwerkingsopdrachten

Deze week huiswerk bestudeer en maak opdrachten  8.3

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies