K.2.B. Feste

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lees de tip! >>>
Hier leer je welke bezondere feestagen er in Duitsland,
Oostenrijk en Zwitserland zijn.
Welke feesten ken je al? >>>

Slide 2 - Tekstslide

Welche Feste kennt ihr schon?
Herbst, Winter, Frühling & Sommer?

Slide 3 - Woordweb

Lesetext: 
Teste die besten Feste

Die Einleitung vorlesen:

1) Wer liest  vor?

2) Wer übersetzt?

Slide 4 - Tekstslide

Lies:  Herbst              

*   Markeer de woorden die je al weet en                onderstreep  
kernwoorden!


.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Typ kernwoorden
"Text Herbst"?

Slide 6 - Woordweb

3 Oktober is Tag der deutschen Einheit. Wat vieren de Duitsers dan?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Lies: Winter              
*  Markeer de woorden die 
    je al weet en onderstreep            kernwoorden

* Probeer vragen en                           antwoorden bij de tekst te     
   maken (= leerstrategie)
timer
1:00
* Vorweihnacstzeit = de tijd voor kerst

Slide 9 - Tekstslide

Wat is in de Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk vanaf 1 december een traditie ?
A
Kerstkrans op je voordeur hangen.
B
Met Adventskalender aftellen tot kerst.
C
Kerstverlichting aan je huis / in voortuin .
D
Kerstboom binnen neerzetten.

Slide 10 - Quizvraag

Adventskalender 
Het gebruik van een adventskalender is een traditie die stamt uit de 19e eeuw. Het is een hulpmiddel om in de adventstijd   (1 - 24 december)  toe te leven / af te tellen naar Kerstmis, een belangrijk christelijk feest. De adventskalendertraditie is van oudsher in Duitsland en Oostenrijk het sterkst aanwezig.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 11 - Tekstslide

Een Adventskranz heeft ...... kaarsen.
A
2
B
6
C
4
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Adventskranz
Een adventskrans is een horizontaal liggende ronde krans van gevlochten dennen- of sparrengroen met vier kaarsen waarvan tijdens de advent er in december elke zondag één meer wordt aangestoken.  Op de laatste zondag voor kerst branden dus alle kaarsen.

Slide 13 - Tekstslide

Welke zondag is dit?
A
1e zondag in december
B
3e zondag in december
C
2e zondag in december
D
4e en laatste zondag in dec / voor kerst.

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer zet men in Duitsland en Zwitserland de kerstboom binnen neer? Op ...
A
vrijdag 3 december
B
vrijdag 17 december
C
vrijdag 10 december
D
vrijdag 24 december

Slide 15 - Quizvraag

In Duitsland en Zwitserland worden op kerstavond (24. dec Heiligabend) de pakjes uitgepakt.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer gaan de 'Sternsinger' langs de huizen?
A
Op 24 december
B
op 6 januari
C
op 1 januari
D
op 7 januari

Slide 17 - Quizvraag

Wat doen de 'Sternsinger'?
A
zingen voor een snoepje
B
zingen voor een zakcentje
C
jagen de boze geesten weg met hun gezang
D
brengen symbolisch licht & geluk

Slide 18 - Quizvraag

Lies: Frühling               
*  Markeer / onderstreep kernwoorden

* Probeer vragen en antwoorden bij de tekst te maken (= leerstrategie)
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat doet men in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland met Pasen?

Slide 20 - Open vraag

Kijkvraag:
Waar en waarom
omwikkelen 
dorpsbewoners 
oude wielen met 
stro, steken het 
in de fik en rollen 
het de berg af?

Slide 21 - Tekstslide

Waar omwikkelen dorpsbewoners oude wielen met stro, steken het in de fik en rollen het de berg af?
A
Zuidduitsland en Zwitserland
B
Noordduitsland en Oostenrijk
C
Noordduitsland en Zwitserland
D
Zuidduistsland en Oostenrijk

Slide 22 - Quizvraag

Waarom omwikkelen dorpsbewoners oude wielen met stro, steken het in de fik en rollen het de berg af?
A
Voor de grap.
B
Om boze geesten weg te jagen.
C
Omdat ze van een vuurtje stoken houden.
D
Om licht in de duisternis te brengen.

Slide 23 - Quizvraag

Lies: Sommer               
*  Markeer / onderstreep kernwoorden

* Probeer vragen en antwoorden bij de tekst te maken (=leerstrategie)
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Kijkvraag:
Wanneer
 en wat is 'Sonnwendfeier
     ?

Slide 25 - Tekstslide

Kijkvraag:
Wat is 
'Gautschen
waar en wanneer doet men dat?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Aufgabe 6
1) Bestudiere Wörterliste B auf
    Seite 76

2) Mache Aufgabe 6 auf
     Seite 51
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Frühling
Weihnachten
Ostern
Januar
Feuer
Dezember
November

Slide 29 - Sleepvraag

Leerdoel bereikt? Kun je op basis van voorkennis voorspellen waar de tekst over gaat?
A
Ja, best makkelijk!
B
Ik vind het lastig. Ik zet bij netflix de ondertiteling op Duits.
C
Ik vind het lastig. Ik ga meer lezen.
D
Ik heb niet goed opgelet, ik ga mijn leven beteren.

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Link

Slide 32 - Tekstslide