H2 Het weer par 2.2 luchtdruk

Het weer
Paragraaf 2 luchtdruk 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het weer
Paragraaf 2 luchtdruk 

Slide 1 - Tekstslide

Regels
1. Als je niet de beurt heb gekregen ben je stil
2. We luister naar elkaar
3. We zitten recht
4. Als ik een streepje achter je naam moet zetten moet je er uit.


Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet de les eruit


  • huiswerk nakijken 
  • bespreken luchtdruk
  • Zelf aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Welke eigenschappen hebben moleculen volgens het deeltjesmodel?

Slide 4 - Open vraag

Volgens het deeltjesmodel bewegen moleculen het snelst in de ...
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasfase

Slide 5 - Quizvraag

Bij een fase-overgang veranderen de moleculen van een stof ...
A
wel
B
niet

Slide 6 - Quizvraag

De moleculen van een stof trekken elkaar het sterkst aan in de ...
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasfase

Slide 7 - Quizvraag

Je kunt moleculen in de gasfase makkelijk samenpersen. Dat komt omdat ...
A
de moleculen snel bewegen
B
er veel ruimte is tussen de moleculen
C
de moleculen dicht op elkaar zitten

Slide 8 - Quizvraag

Wat gaan wij bespreken
  • wat is luchtdruk
  • hoe meten wij de luchtdruk
  • wat houd hogedrukgebied en lagedrukgebied in 
  • verhouding luchtdruk en hoogte
  • wat is de gasdruk
  • wanneer hebben wij het over overdruk en absolute druk

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Luchtdruk
  • Het gewicht van de atmosfeer op je lichaam of het aardoppervlak 
  • Alle lucht die boven je is.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe hoger, hoe minder luchtdruk

Slide 12 - Tekstslide

druk / hoogte
moleculen / hoogte

Slide 13 - Tekstslide

Hoe hoger in de atmosfeer hoe lager de luchtdruk

Slide 14 - Tekstslide

de luchtdruk wordt gemeten met een barometer.

Slide 15 - Tekstslide

de luchtdruk wordt gemeten met een barometer.

Slide 16 - Tekstslide

Werking barometer
  • in het metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
  • doosje wordt door luchtdruk ingedrukt
  • hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht

Slide 17 - Tekstslide

de luchtdruk wordt gemeten met een barometer.
  • luchtdruk is tussen de 970-1040 mbar of hPa
  • lagedrukgebied (onder de 1000 hPa) brengt onrustig weer en wind
  • Hogedrukgebied  brengt meestal rustig en zonnig weer

Slide 18 - Tekstslide

Omrekenen
1 mbar = 0,001 bar
1 bar = 1000mbar

1 mbar = 100 Pa = 1 hPa
1 bar = 100.000 Pa

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de luchtdruk?
A
De kracht die wind uitoefend.
B
De hoeveelheid lucht.
C
Het gewicht dat de lucht op iets uitoefend.
D
De druk die een voorwerp op lucht uitoefent.

Slide 20 - Quizvraag

De luchtdruk is het hoogst
A
Op zeeniveau
B
Op een berg
C
Maakt niet uit, de luchtdruk is overal op aarde hetzelfde.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe meet je luchtdruk?
A
Luchtdrukmeter
B
Barometer
C
Thermometer
D
Isobarenmeter

Slide 22 - Quizvraag

Hoe kan het dat hoger in de atmosfeer een lagere luchtdruk is?
A
er zijn meer gas moleculen in de lucht
B
er zijn minder gasmoleculen in de lucht

Slide 23 - Quizvraag

Hoe hoger in de atmosfeer hoe lager de luchtdruk

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Bij je band oppompen pers je gasmoleculen in een afgesloten ruimte

Hoe meer gasmoleculen in de afgesloten ruimte hoe hoger de Gasdruk

Slide 26 - Tekstslide

voor het meten van de druk in een band gebruik je een manometer

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Manometer
Meet overdruk 

Overdruk: lucht in een band



Slide 29 - Tekstslide

Manometer
Meet overdruk 

Overdruk: lucht in een band

De echte druk in een band

De absolute druk, is de overdruk + luchtdruk




Slide 30 - Tekstslide

Waarmee meet je de overdruk?
A
drukmeter
B
barometer
C
manometer
D
absolute druk

Slide 31 - Quizvraag

welke formule is juist?
A
absolute druk = luchtdruk - overdruk
B
luchtdruk = absolute druk + overdruk
C
absolute druk = luchtdruk + overdruk
D
luchtdruk = absolute druk - onderdruk

Slide 32 - Quizvraag

In een band meet je een overdruk van 0,9 bar. Gegeven dat de luchtdruk 1,0 bar is. Wat is de absolute druk?
A
0,9bar
B
0,1bar
C
1,9bar
D
0bar

Slide 33 - Quizvraag

Bij een hoge druk gebied hebben we
A
Nat en koud weer
B
Stabiel en nat weer
C
Nat en warm weer
D
Stabiel en droog weer

Slide 34 - Quizvraag

Hoe was je inzet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Kan jij uitleggen wat luchtdruk is?
ja
snap het zo goed dat ik het zelfs kan uitleggen
nee

Slide 36 - Poll

weet je hoe je kan bepalen of het mooi weer wordt?
ja dat is bij een hogedruk-gebied
nee
ja dat is bij een lagedruk-gebied

Slide 37 - Poll

Snap je wanneer wij het hebben over overdruk en absolute druk?
ja
snap het zo goed dat ik het zelfs kan uitleggen
nee

Slide 38 - Poll

weet jij waar de luchtdruk het hoogst is?
ja dat is bij een berg
nee
ja dat is bij op zeeniveau

Slide 39 - Poll

welke cijfer geef je de les van vandaag?
0100

Slide 40 - Poll

Hoe voelt de juf zich na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

welke cijfer geeft de meester de les van vandaag?
0100

Slide 42 - Poll