starttaal les 1 uitnodiging maken

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

vrijdag 30 augustus

mevrouw Slegers

-Magister

- Voorstellen

- regels en afspraken

- Wat gaan we doen?

Regels en afspraken

- Ik luister naar de instructie.

- Ik doe actief mee.

- Ik vraag om hulp

                 voorlezen

Lesdoel:

- Ik weet welke informatie er in een uitnodiging staat.

- Ik kan een uitnodiging schrijven.

organiseren

betekent:  regelen

voorbeeld: Ik organiseer het feest van de voetbalclub 

uitnodiging

betekent: Een bericht waarmee je vraagt of iemand je gast wil zijn.

voorbeeld: Ik stuur Max een uitnodiging voor mijn feest. 

Waar kun je mensen voor uitnodigen?

Op welke manieren kun je iemand uitnodigen?

Uitleg

Blz 7 in het boek. We lezen samen de uitleg.

Op een uitnodiging staat

1. Wat wordt er gevierd?

2. Waar is het feest?

3. Wanneer is het feest? Hoe laat?

4. Wie organiseert het feest?

Doen

Blz 8 opdracht 2

Bekijk de uitnodiging.

Beantwoord de vragen over de uitnodiging.

extra informatie:

- Als je gasten iets moeten meenemen. Bijvoorbeeld zwemkleding.

- Als je iets wil weten. Bijvoorbeeld of ze wel of niet komen.

Kijken en luisteren

We gaan kijken en luisteren naar een filmpje over Job.

Job geeft een feest. 

Na het filmpje geven we antwoord op de vragen:

1. Waar geeft Job het feest?

2. Wat wil Job tijdens het feest gaan doen?

Doen

Blz 10 opdracht 4: Job heeft een uitnodiging gemaakt. Hij is nog niet af. Maak de uitnodiging af in je boek.

Doen

Blz 11 opdracht 5: we lezen samen de uitleg. 

Trek een lijn tussen de vraag en het antwoord.

Welke informatie staat niet in de uitnodiging?

laatste check

Extra opdracht blz. 12. We bekijken samen de uitleg (zie volgende dia)

Daarna ga je met jou informatie de uitnodiging invullen.

Klaar? Lever de uitnodiging in bij je docent.

Samenvatten

Een uitnodiging stuur je naar je gasten.

Belangrijke informatie:

1. wie het feest geeft.

2. waar het is.

3. wanneer het is.

4. wat voor feest het is.

Extra informatie:

1. Of je iets mee moet nemen.

2. of je moet laten weten of je komt.

Extra oefentaak A

Print voor iedere leerling de Extra oefentaak A: "kom je ook" uit studiemeter.

Deel uit en bespreek.