Verkeersexamen 2022

Verkeersexamen 2022
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Verkeersexamen 2022

Slide 1 - Tekstslide

Je fietst achter de tractor. De tractor stopt voor de auto van rechts. Wat is voor jou de goede plaats om te wachten?
A
plaats A
B
plaats B
C
plaats C
D
plaats D

Slide 2 - Quizvraag

Anna Mae nadert deze kruising. Aan wie moet zij voorrang geven?
A
Aan de auto en de fietser.
B
Aan de fietser en de skater.
C
Aan de auto en de skater.

Slide 3 - Quizvraag

De kinderen gaan op kamp. Waarom hebben ze vooraf afspraken gemaakt over remmen, oversteken, stoppen en stilstaan?
A
Om niet te verdwalen.
B
Om te laten zien dat ze bij elkaar horen.
C
Om veilig aan te komen op het kamp.

Slide 4 - Quizvraag

Je mag met zijn drieën naast elkaar fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Met deze fiets kun je veilig in het donker fietsen. Kijk goed!
A
Waar.
B
Nietwaar.

Slide 6 - Quizvraag

Rebecca en de auto willen rechtdoor. Wat vertellen de verkeersborden aan hen?
A
Dat Rebecca en de auto deze straat van deze kant niet in mogen rijden.
B
Dat de auto deze straat niet in mag rijden van deze kant, maar Rebecca wel.
C
Dat Rebecca deze straat van deze kant niet in mag rijden, maar de auto wel.

Slide 7 - Quizvraag

Nova wil links afslaan. Welke stap doet zij als eerste?
A
Linkerhand uitsteken.
B
Een grote bocht naar links maken.
C
Achterom kijken over haar linkerschouder.

Slide 8 - Quizvraag

Emma is doof. Anna wil haar inhalen. Hoe haalt Anna veilig in?
A
Anna moet roepen, zodat Emma aan de kant gaat en Anna de ruimte krijgt.
B
Anna moet goed kijken of ze erlangs kan en voorzichtig links inhalen.
C
Anna moet aan de rechterkant inhalen, want daar is meer ruimte.

Slide 9 - Quizvraag

Dit is een bewaakte spoorwegovergang. Waar zie je dat aan? Er zijn twee antwoorden goed.
A
(A) Aan de knipperlicht- installatie met bel.
B
(B) Aan het dubbele Andreaskruis.
C
(C) Aan de stopstreep op de weg.
D
(D) Aan de spoorbomen.

Slide 10 - Quizvraag

Mikki fietst op de rotonde. Waarom kan zij beter langzamer gaan fietsen? Omdat...
A
ze de auto voorrang moet geven en dan niet hoeft af te stappen.
B
ze de rotonde linksom gaat in plaats van rechtsom.
C
ze dan goed kan kijken of de auto haar voorrang geeft.

Slide 11 - Quizvraag

Suzette en de fietsers gaan rechtdoor. Wat is het veiligste advies voor Suzette?
A
Rijd snel door, dan kun je nog net voor de fietsers gaan.
B
Rijd door een roep naar de fietsers dat ze moeten stoppen.
C
Rem af, de fietsers zijn afgeleid en geven je misschien geen voorrang.

Slide 12 - Quizvraag

Aan welke regel moet Koen zich houden in deze situatie? Hij moet..
A
de brandweerauto met blauwe zwaailichten en sirene voor laten gaan.
B
voorrang geven aan iedereen die van rechts komt rijden.
C
goed kijken of de brandweerauto hem voorrang geeft, want dat zegt het verkeersbord.

Slide 13 - Quizvraag

Kijk naar het verkeersbord. Wie mogen hier het park ingaan?
A
Alle kinderen.
B
Alleen Fabian, Bobbie en Mieke.
C
Alleen Fabian en Mieke.
D
Alleen Fabian, Karin en Mieke.

Slide 14 - Quizvraag

Robert wil hier oversteken. Hoe moet hij kijken om veilig over te kunnen steken?
A
Eerst moet hij naar links kijken en op de middenberm naar rechts.
B
Hij hoeft niet te kijken, want hij steekt over bij een zebrapad.
C
Eerst moet hij naar rechts kijken, bij de middenberm maar links.

Slide 15 - Quizvraag

Wie houdt zich aan de afspraken voor reizen met de bus?
A
Tosca
B
Erik-Jan
C
Frenky

Slide 16 - Quizvraag

De voetganger wil rechtdoor. Op deze foto heeft de voetganger voorrang.
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 17 - Quizvraag