Presentatie

Presentatie

Goede voorbereiding

+

veel oefenen

=

SUCCES

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Presentatie

Goede voorbereiding

+

veel oefenen

=

SUCCES

Slide 1 - Tekstslide

Presentatie

Jullie gaan een presentatie houden. Je laat je talenten zien voor de Pius X Pedition! Deze presentatie mag je alleen doen of met z’n tweeën.


Presenteren is best wel moeilijk, maar geloof het of niet:


Presenteren kun je leren!

Slide 2 - Tekstslide

Aan de presentatie stellen we natuurlijk een aantal eisen:
1.    De presentatie moet tussen de 5 en 10 minuten duren als je deze alleen doet;
2.   De presentatie moet tussen de 10 en 15 minuten duren als je deze samen doet;
3.   De presentatie mag niet voorgelezen worden van een blaadje;
      (Het is geen voorleesbeurt!)
4.   Het onderwerp van je presentatie hoef je niet zelf te verzinnen (mag wel).
      Op de volgende slide vind je een lijst met mogelijke onderwerpen. Kies je een
      ander onderwerp, dan altijd vooraf overleggen met je docent(e);
5.   Een onderwerp mag maar één keer gekozen worden;
6.   De presentatie moet een inleiding, kern en slot hebben;
7.   Het doel van de presentatie is de luisteraars te informeren over het onderwerp
      (informatief doel);
8.   Je gebruikt een hulpmiddel om de presentatie duidelijker of aantrekkelijker
      te maken (bv: PowerPoint of Prezi).

Slide 3 - Tekstslide

Mogelijke onderwerpen
1.    Leesboek uit je lijst (presentatie doe je alleen)
2.    Dialecten in Nederland
3.    Straattaal
4.    Bijzonder gebouw (v.b. koepelgevangenis in Breda)
5.    Rapmuziek
6.    Een boeiende stad in Nederland, Duitsland, Zwitserland,
        eigen keuze.

Slide 4 - Tekstslide

Taalgebruik
* stemgebruik (volume/verstaanbaarheid/tempo)    
* zinsbouw    
* je gebruikt geen stopwoordjes   

Presentatie
* oogcontact met de klas    
* houding (handen/…)    

Powerpoint of Prezi
* minimaal vijf dia’s    
* verzorging    

Succes!

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan

1. Onderwerp kiezen

2. Informatie opzoeken

3. Inleiding maken

4. Middenstuk maken

5. Afsluiting maken

6. Rolverdeling bepalen

7. Oefenen

Slide 6 - Tekstslide

1. onderwerp kiezen

Als je gaat bepalen waar je presentatie over moet gaan, denk dan aan de volgende punten:

* Kies een onderwerp waar je al veel over weet.

* Sluit het onderwerp aan bij de belevingswereld van je
   klasgenoten?

* Is het een actueel onderwerp?

* ...

Slide 7 - Tekstslide

2. Informatie opzoeken

* Verzamel de informatie van internet, uit tijdschriften of andere
   boeken. Neem de teksten niet letterlijk over, want die zinnen
   zijn vaak te moeilijk om te onthouden!

* Verdeel de informatie in minimaal vier deelonderwerpen.

* Beter te veel informatie, dan te weinig. De verteltijd speelt
   namelijk een grote rol .

Slide 8 - Tekstslide

3. Inleiding maken

Je hebt intussen geleerd, wat in een inleiding moet zitten.

Je kunt een keuze maken uit:

* het onderwerp aankondigen

* een belangrijke vraag stellen

* een grappig, toepasselijk verhaaltje vertellen

Je mag natuurlijk ook een combinatie maken van deze 3.


Belangrijk: Maak de luisteraar nieuwsgierig naar wat je te vertellen hebt!


Slide 9 - Tekstslide

4. Middenstuk maken

In het middenstuk, zit de echte informatie. Zorg voor een goede opbouw door de informatie in minimaal vier deelonderwerpen te verdelen.  

Foto's op je powerpoint of Prezi maken de presentatie aantrekkelijker.


Slide 10 - Tekstslide

5. Afsluiting maken

Zoals je geleerd hebt, staat in het slot:

* een samenvatting

* een conclusie

* een advies of oproep

Je kunt dit natuurlijk ook in een presentatie gebruiken, maar denk ook eens aan wat anders, bijvoorbeeld een quizje, kahoot, filmpje, enz.

Slide 11 - Tekstslide

7. Oefenen

Vóór je begint met oefenen, maak je voor jouw tekstgedeelten "cue-cards". Dit zijn spiekbriefjes zo groot als een ansichtkaart.

Hier schrijf of typ je steekwoorden op, zodat je de volgorde goed kunt onthouden. Natuurlijk kun je ook af en toe omkijken naar het bord. Als je klaar bent met een cue-card stop je die onderaan je stapeltje. 

Je mag NIET je hele tekst bij de presentatie houden!

Slide 12 - Tekstslide

Een krachtige presentatie

“Na een goede presentatie moet het onderwerp uitgeput zijn, niet de toehoorder”.

Een toespraak moet sprankelend en onderhoudend zijn, terwijl de toehoorder toch goed moet begrijpen waar het om gaat.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het geheim van een goede presentatie?

•    brengt een boodschap over
•    heeft een levendige stijl
•    bestaat uit korte, actieve zinnen
•    bevat aantrekkelijke voorbeelden en anekdotes
•    sluit goed aan bij de verwachtingen van het publiek

Slide 14 - Tekstslide

Hoe pakt je dat aan?
1.    Bereid je presentatie voor door hem op papier te zetten. Kies voor een logische
opbouw van je presentatie door alles in hoofdstukjes in te delen: net als een werkstuk. Een presentatie is net als een werkstuk, alleen niet geschreven, maar gesproken.

2.    Zorg dat je presentatie begint met een goede inleiding waarin je vertelt waarom je je onderwerp gekozen hebt en wat je allemaal gaat behandelen. Zet eventueel op het bord hoe je je presentatie hebt ingedeeld. Dus wat je allemaal gaat behandelen.

3.    Zorg ook voor een goed slot van je presentatie. Vat nog even de belangrijkste punten samen. Trek eventueel een conclusie en vraag vervolgens of er nog vragen of onduidelijkheden zijn.

Slide 15 - Tekstslide

4.    Let erop dat je je stem goed gebruikt: ben je verstaanbaar (tempo, volume, uitspraak ; niet mompelen). Wat heel slim is, is om van tevoren een stukje van je spreekbeurt thuis te doen en die op te nemen op een bandje. Dan hoor je pas goed hoe verstaanbaar je echt bent.

5.    Let op je houding en bewegingen: kies een houding die je prettig vindt en let erop of je geen zenuwbewegingen maakt (zoals de hele tijd aan je haar zitten, met een pen tikken, met je benen en voeten bewegen); dat leidt af. Neem eventueel iets in je handen (spiekbriefje, pen) als je dat prettig vindt.
Zorg dat je goed in je vel zit. Als je kleren aan hebt waarin je je niet op je gemak voelt, kan de gedachte daaraan gaan overheersen.

6.    Let op het publiek waarvoor je spreekt! Dat zijn meestal je medeleerlingen. Dus leg moeilijke woorden goed uit, geef voorbeelden van moeilijke dingen in je presentatie.

Slide 16 - Tekstslide

7.    Heel belangrijk voor je publiek is dat je presentatie levendig is! Dus praat niet te monotoon; geef voorbeelden om je presentatie te verlevendigen. 
Of (als je dat kan) laat je publiek zelf meedoen: geef ze tussendoor een denkvraag, een opdrachtje, enz. Zo betrek je je publiek goed bij je presentatie.

8.    Oefen je presentatie van tevoren. Doe hem thuis, voor jezelf, voor de spiegel of voor ouders/vrienden. Dat heet 'droog' oefenen. Zo kun je checken of je alles goed weet, en je wordt er vaak ook minder zenuwachtig van.

9.    Lees je presentatie nooit op! Dat is saai, en het mag ook niet. Uiteraard mag je wel een spiekbriefje gebruiken, dus maak een overzichtelijk spiekbriefje met trefwoorden of trefzinnen dat je kunt gebruiken bij je presentatie.

10.    Ga na je presentatie goed na wat er goed ging en wat minder goed ging en schrijf dat op. Daarvan kan je leren, en dat is handig, want je zal nog veel vaker een presentatie mogen houden.

Slide 17 - Tekstslide