Verslag schrijven

Nederlands 12-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Planning tot aan de PWW
  3. Uitleg artikel/verslag schrijven
  4. Zelfstandig werken 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 12-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Planning tot aan de PWW
  3. Uitleg artikel/verslag schrijven
  4. Zelfstandig werken 

Slide 1 - Tekstslide

Boekverslagen
6 januari was de datum

Niet ingeleverd?
Deze week inleveren: maximaal 6
Na deze week inleveren: 1.0

Ik moet alle boekverslagen binnen hebben, anders geen examen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
12-16 december: K+L-toets + H1 Woordenschat
19-23 december: H2 Woordenschat
26 december - 6 januari: kerstvakantie
9-12 januari: Artikel oefenen
16-20 januari: Sollicitatiebrief + CV oefenen
23-27 januari: Sollicitatiebrief + CV oefenen
30 januari - 3 februari: PTA Schrijfvaardigheid B: Sollicitatiebrief + artikel

Slide 3 - Tekstslide

PTA-toets Schrijfvaardigheid B
Eind februari/begin maart heb je een sollicitatietraining. 

Tijdens deze training komt een directeur van een bedrijf (bv. Rabobank) naar school om met jullie een sollicitatiegesprek te oefenen.

Voor dit gesprek schrijf je in de PWW een sollicitatiebrief.
Daarnaast (niet voor het gesprek) schrijf je tijdens deze toets ook een artikel.
De toets duurt 100 minuten en telt 10x voor rapport en 5x voor examen mee.

Slide 4 - Tekstslide

Artikel/verslag
In deze les krijg je geleerd hoe je een artikel/verslag moet schrijven.

Doel:
  1. Wat een artikel/verslag is.
  2. Waaruit een artikel/verslag is opgedeeld.
  3. Hoe je een artikel/verslag moet schrijven.
  4. Je kan feedback geven op een artikel/verslag van een klasgenoot.

Slide 5 - Tekstslide

Verslag
Wie weet het verschil tussen een artikel en een verslag?
  • Artikel is alleen maar feiten.
  • In een verslag vertel je over gebeurtenissen die je hebt meegemaakt en geef je je mening.

In deze les zoomen we in op het verslag.

Slide 6 - Tekstslide

Een verslag
  • Titel / inleiding / kern / slot
  • informeren
  • logische/chronologische volgorde
  • interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)
  • Geef antwoord op de 5W+H vragen
  • Jouw mening benoem je ook

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een titel

Eerste kennismaking met een tekst, zorg ervoor dat je de aandacht trekt!


Je noemt het onderwerp van een verslag of je geeft belangrijke informatie over het onderwerp.



Slide 9 - Tekstslide

Een goede inleiding


Vertel kort waar je verslag over gaat

Vertel wat de lezer kan verwachten

Vertel ook waarom je dit verslag maakt.  

Slide 10 - Tekstslide

De kern

In de kern werk je de deelonderwerpen uit. 
Ieder deelonderwerp krijgt een eigen alinea.
In de kern geef je alle informatie.


Slide 11 - Tekstslide

Het slot

In het slot maak je een korte samenvatting van het verslag en hiermee sluit je het verslag af. 

Slide 12 - Tekstslide

Verslag
Stel dat je een kort verslag moet schrijven over jouw eerste werkdag op je stage. In de opdracht staat dat je iets moet vertellen over je dagelijkse werkzaamheden. Ook moet je iets vertellen over de afdeling. Je sluit af met te vertellen wat je hebt geleerd. Dan zou je lay-out/de opmaak er dus zo uit kunnen zien:

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht

Je gaat een verslag schrijven over jouw kerstvakantie, omdat je docent Nederlands heel benieuwd is naar wat je hebt gedaan. Vertel minstens drie dingen die je hebt gedaan. Daarnaast vind je dat de kerstvakantie ook een week langer moet duren. Hiervoor geef je twee argumenten. Je ouders delen jouw mening niet. Je benoemt ook hun twee argumenten. Tot slot vertel je wat je nog meer zou doen in een extra week vakantie.


Inleiding:
1. waar gaat je artikel over.
2. wat is de opbouw?
3. waarom schrijf je dit artikel?

Kern:
Werk alle deelonderwerpen uit. Per deelonderwerp één alinea

Slot: 
1. Schrijf een korte samenvatting
2. Schrijf een conclusie (dus... ik vind...)
3. Bedank de lezer voor de aandacht
4. Schrijf je voor en achternaam onder je tekst

Slide 15 - Tekstslide