Les 3.5 Extraheren en adsorberen

Les 3.5 Extraheren en adsorberen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 3.5 Extraheren en adsorberen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Practicum
  • Nakijken opgaven  2,3,6,7 en 8 (vanaf blz 163) 
  • Herhaling
  • 3.5 Extraheren en adsorberen
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 2,3,6,7 en 8
  (blz 163)

Slide 3 - Tekstslide

2
  • B

Slide 4 - Tekstslide

3
  • Water

Slide 5 - Tekstslide

6
  • Bij indampen verdwijnt de vloeistof water. 
  • Ze moet het waterdamp opvangen en laten condenseren: dus ze zal moeten destilleren.

Slide 6 - Tekstslide

7
  • a. A
  • b. D
  • c. A

Slide 7 - Tekstslide

8

Slide 8 - Tekstslide

Gezamenlijk 9
  • a. Kookpunt aceton = 56 °C. Kookpunt alcohol =  78 °C. Dus de temperatuur bij destillatie moet liggen op 56 °C.
  • b. Het destillaat bestaat voornamelijk uit de vloeistof met het laagste kookpunt, dus aceton.
  • c. De kookpunten van methanol en alcohol liggen zo dicht bij elkaar, dat scheiding door destilleren niet goed lukt.

Slide 9 - Tekstslide

10
  • Maak zelf nu vraag 10

Slide 10 - Tekstslide

10
  • Kookpunt water = 100 °C. Kookpunt azijnzuur = 118 °C.
  • Het destillaat is de vloeistof met het laagste kookpunt, dus voornamelijk water. 
  • Dan blijft voornamelijk azijnzuur, de stof met het hoogste kookpunt, als residu achter

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling

Slide 12 - Tekstslide




Scheiding die berust op verschil in dichtheid



Scheiding die berust op verschil in deeltjesgrootte
Scheiden van een suspensie
Bezinken en afschenken
Filtreren

Slide 13 - Tekstslide




Scheiding die berust op verschil in kookpunt
  • Oplosmiddel zal verdampen
  • De opgeloste stof zal niet verdampen (kookpunt is veel hoger)



Scheiding die berust op verschil in kookpunt
  • Destillaat: bestaat voornamelijk uit het bestanddeel met het laagste kookpunt.
  • Residu: bestaat voornamelijk uit het bestanddeel met het hoogste kookpunt.
Scheiden van een oplossing
Indampen (vaste stof uit oplossing halen)
        Destilleren (vloeistof uit oplossing halen)

Slide 14 - Tekstslide

Scheidingsmethodes
Scheidingsmethode: de manier waarop je mengsels kunt scheiden. 
  • Bezinken + afschenken
  • Filtreren
  • Indampen
  • Destilleren
  • Extraheren
  • Adsorberen

Slide 15 - Tekstslide

Extraheren

Slide 16 - Tekstslide

Scheiden van een mengsel van vaste stoffen
Extraheren: scheidingsmethode die berust op verschil in oplosbaarheid van de stoffen in een bepaald oplosmiddel.

  •  Extraheren: letterlijk ‘’ergens iets uit trekken’’.
  • Het oplosmiddel dat je gebruikt bij de extractie, noem je het extractiemiddel.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden

Slide 20 - Tekstslide




Scheiding die berust op verschil in oplosbaarheid
Scheiden van mengsel van vaste stoffen
Extraheren

Slide 21 - Tekstslide




Scheiding die berust op verschil in oplosbaarheid

Wordt vaak gevolgd door
Filtreren



                          Indampen



2 stoffen gescheiden
Scheiden van mengsel van vaste stoffen
Extraheren

Slide 22 - Tekstslide

Adsorberen
Adsorberen is een scheidingsmethode die berust is op een verschil in aanhechtingsvermogen.
  • Adsorberen wordt gebruikt om een ongewenste stof (geur/kleur) te verwijderen uit een mengsel.
  • Adsorberen: ‘’hechten aan’’. Aanhechtingsproces noem je adsorptie.
  • Adsorptiemiddel: hieraan hechten zich opgeloste kleurstoffen en smaakstoffen. 
  • Voorbeeld van adsorptiemiddel: Actieve kool of norit.

Slide 23 - Tekstslide

Adsorberen
Adsorberen is een scheidingsmethode die berust is op een verschil in aanhechtingsvermogen.
  • Adsorberen wordt gebruikt om een ongewenste stof (geur/kleur) te verwijderen uit een mengsel.
  • Adsorberen: ‘’hechten aan’’. Aanhechtingsproces noem je adsorptie.
  • Adsorptiemiddel: hieraan hechten zich opgeloste kleurstoffen en smaakstoffen. 
  • Voorbeeld van adsorptiemiddel: Actieve kool of norit.

Slide 24 - Tekstslide




Scheiding die berust op verschil in aanhechtingsvermogen

Wordt vaak gevolgd door
Filtreren



 om adsorptiemiddel (bv. norit/actieve kool) met de aangehechte stof eruit te halen


eruit halen van geur-/kleurstoffen
Adsorberen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Zelfstandig (niet overleggen)
Klaar: Nakijken
Hulp: het boek gebruiken of je hand opsteken
Tijd: 10 min 

Maken opgaven: 1, 3, 5, 7, 8 en 10 (blz 173)

Slide 29 - Tekstslide

1
  • eExtractiemiddel
  • oplosbaarheid
  • filtreren 

Slide 30 - Tekstslide

3
  • In heet water lossen vaste stoffen sneller op

Slide 31 - Tekstslide

5
  • a) Deze stoffen blijven in het theezakje achter. 
  • b) Deze stoffen komen als opgeloste stof in het hete water terecht.
  • c) Eerst ga je extraheren: gedeelte van de stoffen oplossen. Daarna ga je filtreren: dan haal je de niet-opgeloste deeltjes eruit. 

Slide 32 - Tekstslide

7
  • a) C
  • b) A

Slide 33 - Tekstslide

8
  • Een groot oppervlak betekent dat er ook veel plaats is om stoffen aan te hechten.

Slide 34 - Tekstslide

10
  • a) A
  • b) A

Slide 35 - Tekstslide

11
  • a) C
  • b) B
  • c) Bij de kleine korrels is de weg naar beneden langer en duurt het dus langer voor de koffie beneden is. Er is meer tijd om de bittere stoffen op te lossen. Dus de koffie is het meest bitter bij kleine korrels.

Slide 36 - Tekstslide

11d
Snelfilterkoffie: 80 mg per 150 mL
Espresso: 130 mg per 100 mL --> 30 mL


Slide 37 - Tekstslide