In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
13.4 duurzaam kiezen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
De leerling weten wanneer je milieubewust bezig bent en kunnen daar voorbeeld bij noemen.
De leerlingen kunnen benoemen wanneer voedsel duurzaam is.
De leerlingen kunnen manieren noemen hoe het broeikaseffect verminderd kan worden.
De leerlingen weten hoe je de middelen tegen luchtvervuiling werkt.
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer ben je milieubewust?
Milieubewust/duurzaam betekent dat je geen dingen doe die het minst schadelijk zijn voor het milieu
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wanneer is je voedsel duurzaam?
Mestinjectie ipv verspreiding
Niet teveel mineralen (kunstmest) op het land brengen
Biologische landbouw:
Dierlijke mest en compost
Geen chemische gewasbeschermingsmiddelen (biologische plaagbestrijding)
Rekening houden met dierenwelzijn
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Wanneer is je voedsel duurzaam?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat helpt tegen luchtvervuiling?
Fabrieken moeten schadelijke rook filteren
Auto's moeten een katalysator in hun uitlaat hebben
Dieselauto's moeten een roetfilter hebben
Electrische auto's
Slide 9 - Tekstslide
luchtverontreiniging die bestaat uit fijnstof
Slide 10 - Tekstslide
Kernenergie
Uranium atoomkernen gesplitst, hierbij komt energie vrij
Geen luchtverontreiniging en geen koolstofdioxide
Radioactief afval
Slide 11 - Tekstslide
Microklimaat stad
warmer, droger, meer luchtverontreiniging (fijnstof, NOx, CO2, )
Slide 12 - Tekstslide
Hoe verminder je het broeikaseffect?
Minder electriciteit gebruiken
Minder gas gebruiken
Duurzame energie gebruiken
Minder elektriciteit gebruiken
Verstandig gebruik maken van
elektrische apparatuur.
6. Energielabel
Slide 13 - Tekstslide
Wat leveren milieubewuste keuzes op?
Deze milieubewuste maatregelen dragen allemaal bij aan duurzaamheid ofwel een duurzame ontwikkeling.
Als we nu zuinig zijn met energie (brandstoffen) en grondstoffen en het milieu minder vervuilen, dan kunnen mensen in de toekomst ook nog een comfortabel leven leiden.
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Wat? Maken Paragraaf 13.4
Hoe? mag online of in je boek
Vraag? Noteer je vraag.
Klaar? Kijk of je dit voor jezelf helder kunt opschrijven (samenvatten)
Slide 15 - Tekstslide
Ik eet vlees
A
dagelijks
B
af en toe
C
nooit
Slide 16 - Quizvraag
Wat is smog?
A
luchtvervuiling door fijnstof
B
lucht met weinig zuurstof
C
een benauwdheidsaanval
D
bloedpropje in de longhaarvaten
Slide 17 - Quizvraag
Stel dat je een week geen vlees mag eten. Hoe zou je dat vinden?
A
Nee! Dat overleef ik nooit!!!
B
Ik eet toch al niet elke dag vlees, dus het zal wel lukken
C
geeft niet, ik eet toch nooit vlees
D
anders ....
Slide 18 - Quizvraag
Koolstofdioxide
Voeding
Planten
Water
Mineralen
Bodemdieren
Mest
Schimmels en bacteriënn
Slide 19 - Sleepvraag
Hoe kun jij bijdragen aan duurzame ontwikkeling?
A
Duurzame producten kopen
B
Zuinig omgaan met energie en water
C
Afval scheiden
D
Meer energie verbruiken
Slide 20 - Quizvraag
Veel afval kun je inzamelen en recycleren. Wat is de definitie van recycleren?
A
het scheiden van afval
B
opnieuw gebruiken van materialen
C
het storten of verbranden van afval
D
materialen opnieuw verwerken tot grondstof
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer je jouw oude bureaulamp naar de kringloop brengt dan doe je aan......
A
recycleren
B
afval scheiden
C
hergebruik
D
grofvuil storten
Slide 22 - Quizvraag
Welke keuzes/veranderingen kun jij maken zodat je duurzamer bezig bent?
Slide 23 - Open vraag
Welke aspecten van veeteelt zijn niet duurzaam?
Slide 24 - Tekstslide
De Brave Burgers vs De Brutale Burgers
2 Groepen, elk 2 teams, de Brave Burgers en de Brutale Burger
Ieder team verzint een bedrijf met duurzaam of niet-duurzaam geproduceerde hamburgers. Overleg hierbij, gebruik je boek en internet
Maak een minipresentatie per team waarin je je bedrijf presenteert (naam+logo+representatieve plaatjes)