Thema Transport b4 De bloedvaten

bloedvaten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de 3 typen bloedvaten noemen
Je kunt het verschil tussen slagaders en aders noemen
Je kent de verschillende functies van de grote en kleine bloedsomloop.
Je kunt de onderdelen van de bloedsomloop benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

             Slagader                 -                   Ader

Slide 4 - Tekstslide

SLAGADERS

  • van het hart af
  • Zuurstofrijk (behalve longslagader)
  • Dikke wand
  • Hoge druk
  • Geen kleppen
ADERS

  • Naar het hart toe
  • Zuurstofarm (behalve longader)
  • Dunne wand
  • Lage druk
  • Kleppen

Slide 5 - Tekstslide

Bloedvaten
aders en slagaders

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Oefenen bloedvaten
Oefenen is heel belangrijk. Hieronder staat een link.
Hier kan je oefenen met de verschillen tussen de bloedvaten.
Dit kan je zo vaak doen als je zelf wilt

Klik HIER voor de oefening.

Slide 8 - Tekstslide

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 9 - Sleepvraag

Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 10 - Quizvraag

Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3

Slide 11 - Quizvraag

Een bepaald bloedvat heeft een wand die maar een cellaag dik is.
Dit bloedvat is een ...
4
A
ader
B
slagader
C
haarvat
D
kan alle drie

Slide 12 - Quizvraag

Van welk type bloedvat is dit een tekening?

A
ader
B
haarvat
C
slagader

Slide 13 - Quizvraag

Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert.

Hoe heet het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert? En behoort dit bloedvat tot de kleine of tot de grote bloedsomloop?
A
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
B
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de grote bloedsomloop.
C
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
D
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de grote bloedsomloop.

Slide 14 - Quizvraag

In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van de borstkas van de mens schematisch getekend. P geeft een harthelft aan. P is door een bloedvat verbonden met orgaan Q. Dit bloedvat is niet getekend.
Welk bloedvat is dit?
A
Aorta
B
longader
C
longslagader
D
Holle ader

Slide 15 - Quizvraag

Naamgeving.
De slagaders zijn vernoemd naar het gebied/orgaan waar ze naar toe gaan.
uitzonderingen: 
  • Kransslagader (naar de hartspier toe). 
  • Aorta (grootste lichaamsslagader)

De aders zijn vernoemd naar het gebied/orgaan waar ze vandaan komen.
uitzonderingen: 
  • Kransader (van de hartspier af)
  • Poortader (van darm naar lever)
  • Holle ader (verzamelader naar het hart)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen namen bloedvaten
Oefenen is belangrijk.
Daarom een aantal oefeningen op biologiepagina.
Je kunt zo vaak oefenen als je wilt.

Klik HIER en HIER om de namen van de bloedvaten te trainen

Slide 18 - Tekstslide

Het bloed neemt koper op uit het voedsel en vervoert het naar de lever.
Het bloedvat dat bloed vanuit de darmen naar de lever vervoert, is in de afbeelding aangegeven met nummer 11. 

Hoe heet dit bloedvat?  
darmslagader
leverader 
leverslagader
poortader

Slide 19 - Sleepvraag

In dit filmpje wordt hart en bloedvaten eenvoudig herhaald

Klik hier

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide