Les 4 Beco par. 2.4 en 2.5

2.5a
A
97,50 / 100 x 70
B
97,50 / 130 x 100
C
97,50 x 70 / 30
D
97,50 / 70 x 100
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.5a
A
97,50 / 100 x 70
B
97,50 / 130 x 100
C
97,50 x 70 / 30
D
97,50 / 70 x 100

Slide 1 - Quizvraag

2.5c
A
97,50 / 100 x 70
B
97,50 / 130 x 100

Slide 2 - Quizvraag

De inkoopprijs van een nietmachine is 2,50 euro. De verkoopprijs is 3 euro. Wat is brutowinstopslag %?
A
20%
B
25%
C
10%
D
15%

Slide 3 - Quizvraag

De inkoopprijs van een liniaal is 2 euro en de brutowinstopslag is 200%. Hoeveel is mijn verkoopprijs?
A
4 euro
B
2 euro
C
6 euro
D
8 euro

Slide 4 - Quizvraag

Hw.
2.2a 0,70 x 90 = 63
2.2b 25,20 / 70 x 100 = 36
2.2 c 15 / 30 x 100 = 50
2.2d ( 129,95 - 199,95 ) / 199,95 x 100 = -35%

2.5b 22,50 / 97,50 x 100 = 23,1%
2.5d 29,25 / 68,25 x 100 = 42,9%

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

gegevens door de jaren heen
Jaar            2010         2011          2012           2013           2014        2015
inkomen  30.000     28.000     33.000      34.500      35.000  40.000

Slide 7 - Tekstslide

Indexcijfers
Indexcijfer basisjaar = 100

     waarde jaar
i.c. jaar = ---------------   x 100
waarde basisjaar

Slide 8 - Tekstslide

gegevens door de jaren heen
Jaar              2010         2011          2012           2013           2014        2015
inkomen   30.000     28.000     33.000      34.500      35.000  40.000
i.c.                 

2010 is het basisjaar

Slide 9 - Tekstslide

gegevens door de jaren heen
Jaar              2010         2011          2012           2013           2014        2015
inkomen  30.000     28.000     33.000      34.500      35.000  40.000
i.c.                 100            93,3           110,0           115,0           116,7       133,3

2010 is het basisjaar

Slide 10 - Tekstslide

Heen- en terugrekenen
Omzet THFC basisjaar 2018 € 300.000,-
Indexcijfer omzet 2019 = 108

Omzet THFC 2019 = 300.000 / 100 x 108
= 324.000

Slide 11 - Tekstslide

Heen- en terugrekenen
Omzet THFC 2019 € 438.000,-
Indexcijfer omzet 2019 = 112
basisjaar = 2016

Omzet THFC 2016 = 438.000 / 112 x 100
= 391.071,43

Slide 12 - Tekstslide

In het basisjaar 2018 was de omzet 120.000. Het indexcijfer van 2020 is 108.
Omzet 2020?
A
128.000
B
129.600

Slide 13 - Quizvraag

De omzet in 2020 is 3,6 miljoen en heeft een indexcijfer van 143. Hoe groot was de omzet in het basisjaar?
A
2,05 miljoen
B
2,52 miljoen

Slide 14 - Quizvraag

Het indexcijfer van 2010 is 120
Het indexcijfer van 2020 is 160
Procentuele verandering?
A
33%
B
40%
C
25%
D
60%

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de verkoopprijs van deze broek
inkoopprijs= €25,90 en brutowinstopslag= 85% van de verkoopprijs.
A
€47,92
B
€30,00
C
€52,95
D
€172,67

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste formule?
A
Afzet = omzet x verkoopprijs
B
Afzet = omzet + verkoopprijs
C
Omzet = afzet x verkoopprijs
D
Omzet = afzet / verkoopprijs

Slide 17 - Quizvraag

Afzet & omzet
Afzet:
  • het aantal producten dat je verkoopt
  • bijvoorbeeld: 14 muffins
Omzet:
  • het totale bedrag dat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten
  • (de inhoud van de kassa!!)

Slide 18 - Tekstslide

Het berekenen van de winst
verkoopprijs x afzet         =                    omzet
inkoopprijs x afzet                =     inkoopwaarde    -
                                                       -------------------
                                               =      brutowinst
                                                    alle bedrijfskosten  - 
                                                      --------------------
                                                =         nettowinst

Slide 19 - Tekstslide

Afzet & omzet 
Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 20 - Tekstslide

Verkoopprijs € 75,- inkoopwaarde is 24% van de omzet. Afzet is 2.000
A
De omzet is € 48.000,-
B
De brutowinst is € 57,- per stuk
C
De inkoopwaarde is € 18,- per stuk
D
De brutowinst is € 36.000,-

Slide 21 - Quizvraag

Verkoopprijs € 75,- inkoopwaarde is 20% van de omzet. Afzet is 2.000
A
De omzet is € 120.000,-
B
De brutowinst is € 15,- per stuk
C
De inkoopwaarde is € 15,- per stuk
D
De brutowinst is € 30.000,-

Slide 22 - Quizvraag

Afzet = aantal verkochte producten

Omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 23 - Tekstslide