In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Je gaat meer leren over speciale gevallen met:
Een is alleen een lidwoord als je het ook uitspreekt als 'un' en niet als één.
Je mag er niet een maar drie nemen.
Het is alleen een lidwoord als het hoort bij een zelfstandig naamwoord.
Zullen we het daar nog een over hebben?
Niet elk zelfstandig naamwoord kun je:
- groot of klein maken
- meer of minder maken
De rijst is bijna gaar.
STOFFELIJK
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
- het gouden horloge
- een papieren tas
de zijden bloemen
- de houten tafel
Maar
- nylon, plastic, kunststof, bamboe,
polyester en aluminium
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD van een WERKWOORD
(verven) - het geverfde huis
(ontdooien) - de ontdooide maaltijd
(ontwerpen) - het speciaal ontworpen toestel
VAST VOORZETSEL
Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen: een vast voorzetsel
Het boek bestaat uit zes hoofdstukken
Ik houd van kip met frietjes en appelmoes
- je kunt woorden indelen in de woordsoorten:
lidwoorden
zelfstandige naamwoorden
werkwoorden
bijvoeglijke naamwoorden
voorzetsels