vrijdag 28 oktober

• nt2
• Basisschool
• Groep 1

maandag 28 september

Lesson Up:

Tegenstellingen

Quizlet: tegenstellingen 

Lowanstart oefenen

7.3/7.4 Lowanstart 

werkbladen afmaken 

omgeving

Toetsen afmaken Lowan Start

Beter lezen

Wat is zijn naam?

Wat is zijn naam?

Dat weet ik niet meer!

Dat weet ik niet meer!

Waar woont hij?

Waar woont hij?

Dat weet ik niet meer!

Dat weet ik niet meer!

 

Uit welk land komt hij?

Uit welk land komt hij?

Ik ben het vergeten!

Ik ben het vergeten!

Waar werkt hij?

Waar werkt hij?

Ik ben het vergeten!

Ik ben het vergeten!

veel    weinig

moeilijk          makkelijk

recht 

krom

vrolijk

verdrietig

bedroefd

schuin      

rond            vierkant

ijverig /lui

modern/ ouderwets

handig=

makkelijk

Dat is handig

ziek

gezond

donker

licht

licht en zwaar

los en vast

bijzonder

normaal

de regels

 hetzelfde

dezelfde

1. anders
2. makkelijk
3. hetzelfde
4. moeilijk

1. de hegels
2. de regels
3. de ragels
4. de regles

boven

tussen

onder

achter

1. normaal
2. speciaal
3. bijzonder
4. makkelijk

1. allemeel
2. ellemaal
3. allemaal
4. allemool

niet recht maar ....

1. kort
2. lang
3. veel
4. krom

de toren is....

1. recht
2. klein
3. schaaf
4. scheef

Niet veel maar .......

1. minder
2. kort
3. weinig
4. krom

Veel kinderen hebben een hobby.

Een hobby doe je als je vrij bent.

Een hobby kan een sport zijn, bijvoorbeeld voetbal of dansen.

Ze staan bij elkaar en praten lekker.

Of ze kijken gewoon een beetje.

Muziek spelen, koken en lezen zijn ook belangrijke hobby’s.

Of op je computer spelen.

sommige kinderen zijn altijd

op straat.

Maar is dat ook een hobby?

de bonen

de brie

Wanneer voelt de man zich goed? 

1. Als hij eet.. 
2. Als Marie danst en draait.. 
3. Als Marie kookt.. 
4. Als Marie hem even weg is, want dan is het lekker rustig in huis.

liedje

Zet de woorden op de goede plaats.

Als ...............een pot met bonen staat,

en ...............................een pot met brie,

....................... laat ik brie en bonen staan

en ik........................ mijn Marie.

 haal  -hier -dan -daar   

liedje

0

maak 10 zinnen bij deze plaat

poster maken

Ik ben …
                                                   Ik vind .................lekker

Ik ben …  jaar

Ik kom uit …
   

Ik woon in …
    

Mijn hobby’s zijn …...................

ik houd van ..............

ik vind ........................niet leuk

Dit is Lars

Dit is Lars

Dit is een jongen.

Hij speelt voetbal.

Hij heet Lars.

Hij komt uit Nederland.

Hij woont in Dokkum.

Dokkum ligt in Friesland.

Hij spreekt Nederlands en Duits.

Lars is vijftien jaar.

Hij is minderjarig.

Hij gaat naar school.

Dit is Lars

in Dokkum.

heet Lars.

gaat naar school.

in Friesland.

een jongen.

15 jaar.

voetbal.

uit Nederland.

Dit is 

 Hij 

 Hij speelt 

 Hij komt 

 Hij woont 

 Dokkum ligt 

 Lars is 

 Hij 

Heb je zussen?  

hoe heet je?

Hoe laat sta je op?

Hoe oud ben je?

Waar is de gang?

Waar kom je vandaan?

Waar woon je?

Wat doe je in het weekend?

Wat is je geboortedatum?

Wat is je hobby?

Wat moet jij in huis doen?

Wat vind je lekker?

Wat vind je niet lekker?

Wat voor weer is het vandaag?

Welke kleur heeft je haar?

0

Abdul praat met zijn buurman

Dag meneer, ik ben Abdul.

Ik kom uit Syrië.

Ik zit al twee maanden op school.

Ik ga met de bus naar school.

Ik wil liever met de fiets.

Mijn vrienden komen ook op de fiets.

Mijn vader zegt: "Je moet wachten.

Het is nu erg koud.

Je mag later op de fiets.                        Als het lente is.

Als het lente is."

maak de zinnen af

1. Abdul praat met ...                                         
   
2. Hij komt ......
   
3. Hij woont...  
   
4. Abdul gaat naar school... 
   
5. Zijn vrienden komen ...
   
6. Abdul mag.. 
   
7. Het is.... 
   

 zijn buurman

uit Syrië

op de fiets

niet op de fiets

nu erg koud

in  Nederland

met de bus