H2 herhalen 3H

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Doelen 2.1

• Verschillende soorten krachten kennen
• Rekenen met de zwaartekracht 
• Effecten van krachten 
• Krachten tekenen
• Zwaartepunt bepalen

§2.1

Soorten krachten 

§2.1

Effect van kracht

• vorm van voorwerp veranderd
• snelheid van voorwerp veranderd
• richting van voorwerp veranderd

Krachten zelf zie je NIET, alleen het gevolg kun je waarnemen 

Zwaartekracht

g= 9,81 N/kg op aarde 

F​z​​=m⋅g

Tekenen van krachten

Tekenen van een kracht

• Start in het aangrijpingspunt
• Teken de kracht in de juiste richting
• Teken de kracht in de juiste lengte

Geef ook altijd aan om welke kracht het gaat

Een kracht teken je altijd als pijl

Doelen 2.2

• Weten wat een veerunster/krachtmeter is
• De veerkacht berekenen 
• Weten wat een recht evenredig verband is 

§2.2

Veerkracht = hoe groter de kracht hoe groter de uitrekking

uitrekking = u 

veerconstante= kracht die nodig is om veer 1m

uit te rekken . Hoe groter de veerconstante hoe

stugger de veer 

Veerkacht

grootheid	afkorting	eenheid	symbool
veerkracht		Newton	N
veerconstante	C	Newton per meter	N/m
uitrekking	u	meter	m

F​v​​

F​v​​=C⋅u

§2.2

Veerkracht - uitrekking (F-u) diagram 

2x zo grote kracht =2x zo grote uitrekking

Recht evenredig verband 

Je kunt de C bepalen met de grafiek

Doelen §2.3

• Weten wat de resulterende kracht is
•  Krachten in evenwicht
• Weten wat de normaalkracht is
• Zwaartekracht en gewicht 

§2.3

De resulterende kracht bepaald de versnelling en de richting.

§2.3

Versnelling	Meer voortstuwende krachten dan tegenwerkende krachten
Constante snelheid	Voortstuwende krachten en tegenwerkende krachten gelijk
Vertraging	Meer tegenwerkende krachten dan voorstuwende krachten

Resulterende kracht

• Bij een positieve resulterende kracht zal de snelheid toenemen.

• Bij een negatieve resulterende kracht zal de snelheid afnemen.

• Is de resulterende kracht 0 ? Dan verandert de snelheid niet.

Normaalkracht

De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp.  

Bi                                                  Bij evenwicht is de zwaartekracht gelijk                     aan de normaalkracht. 

F​Z​​=F​N​​

Doelen §2.4

• Weten wat hefbomen zijn
• Uitleggen hoe hefbomen werken 
• Reken aan hefbomen 

Formule Moment

M=F⋅r

§2.3

Bij evenwicht is 

M1 gelijk aan M2

l1 heet bij ons r1

l=oude naamgeving

§1.4

werkkracht⋅werkarm=last⋅lastarm

F​1​​⋅r​1​​=F​2​​⋅r​2​​

Dit wordt ook wel het krachtmoment genoemd

Doelen §2.5

• Weten wat de formule van versnelling is
• Weten wat de formule is voor kracht en versnelling
• Weten hoe de resultante zorgt voor versnelling
• Weten wat rol en lucht weerstand is 

§2.5

Formule voor versnelling bij snelheid

a= versnelling

v= snelheid

t= tijd 

driehoek = delta  betekend verschil tussen eind en begin

§2.5

grootheid	afkorting	eenheid	symbool
snelheid	v	meter per seconde	m/s
tijd	t	seconde	s
versnelling	a	meter per seconde kwadraat	m/

s​2​​

§2.5

Resultante en effect op de snelheid 

§2.5

grootheid	afkorting	eenheid	symbool
massa	m	kilogram	kg
kracht	F	Newton	N
versnelling	a	meter per seconde kwadraat	m/

s​2​​

F=m⋅a

Goede oefeningen

2.1= 1, 2, 5, 6

2.2= 13, 16, 17

2.3=23, 24, 25, 27, 29

2.4=35, 37, 39

2.5= 44, 45, 46, 49

toetsvoorbereiding= 1, 3abc, 5, 8