h2 11.1

11 ontbinden in factoren

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

7 mei
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

11 ontbinden in factoren

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

7 mei

Slide 1 - Tekstslide

 Programma                           
  • Start
  • Cijfers proefwerk
  • Voorkennis ophalen en nieuwe theorie
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

In deze les ..


.. gaan we weer opnieuw haakjes wegwerken (papagaaienbek).

.. 




Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. weet je weer hoe je haakjes weg kunt werken.

.. kun je een getal ontbinden in priemfactoren.





Slide 4 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes wegwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 

Slide 5 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes wegwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 3a+6

Slide 6 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes werkwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 3a+6

a(b+c)= ab + ac

Slide 7 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes werkwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 3a+6

(3+a)(2+b)=
a(b+c)= ab + ac

Slide 8 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes werkwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 3a+6

(a+3)(a+2)= a² +3a +2a +6
a(b+c)= ab + ac

Slide 9 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes werkwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 3a+6

(a+3)(a+2)= a² +3a +2a +6 = a² + 5a +6
a(b+c)= ab + ac

Slide 10 - Tekstslide

VK   haakjes wegwerken
Haakjes werkwerken --> schrijven al een optelling

3(a+2) = 3a+6

(a+3)(a+2)= a² +3a +2a +6 = a² + 5a +6
(a+b)(c+d)= ac+ad+bc+bd
a(b+c)= ab + ac

Slide 11 - Tekstslide

11.1 product van factoren
Als je een getal moet schrijven als een product van factoren, dan bedoelen we een product van priemfactoren.

Product --> vermenigvuldiging
Priemgetal --> getal dat alleen deelbaar is door 1 en zichzelf (2,3,5,7,11,..)
Factoren --> getallen die je met elkaar vermenigvuldigd

Samen schrijven we 72 als een product van factoren!  

Slide 12 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
      : -7             :-7
           m = -5      
   

Slide 13 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen
Stap 1 Noteer de vergelijking.
Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =-teken.
Stap 3 Los op met de balansmethode.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).

Slide 14 - Tekstslide

9.3 Snijdende lijnen
In het snijpunt van twee grafieken hebben beide formules dezelfde uitkomst.
Schrijf de vergelijking op.
Beide formules aan elkaar gelijkstellen.
1
Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
  • Balansmethode 
2
Vul je oplossing in beide formules.
Dit is gelijk een controle of je oplossing juist is.
3
Geef de coördinaten van het snijpunt!
Let op je notatie!
4

Slide 15 - Tekstslide

9.4 Omslagpunt
Het snijpunt van twee grafieken wordt ook wel het omslagpunt genoemd.
Schrijf de vergelijking op.
Beide formules aan elkaar gelijkstellen.
1
Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
  • Balansmethode 
2
Vul je oplossing in beide formules.
Dit is gelijk een controle of je oplossing juist is.
3
Geef de coördinaten van het snijpunt!
Let op je notatie!
4
Samen!
Gegeven zijn de formules p=9q+28  en p=13q-10.

a) Bereken de coördinaten van het omslagpunt.

b) Bij welke waarde van q geeft de tweede formule grotere uitkomsten dan de eerste formule.
26

Slide 16 - Tekstslide

9.4 Omslagpunt
= is gelijk aan

< is kleiner dan
> is groter dan

Slide 17 - Tekstslide

9.5 ongelijkheden oplossen
Stappenplan
Maak de vergelijking die bij de ongelijkheid hoort.
2
Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
  • Balansmethode 
3
Geef op een getallenlijn aan of ze wel of niet voldoen aan de ongelijkheid.

Zet een = teken bij de oplossing.

Zet een krul of "g" bij wat klopt en een kruisje of "f".

4
Schrijf de oplossing van de ongelijkheid op!

Let op je notatie!

> groter dan < kleiner dan = is gelijk aan

5
Schrijf de ongelijkheid.
1

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag

Maak: V4, V6,V8, 3 t/m 7

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!






Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag? Lees je aantekeningen van zonet nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting 
Hoe ging het vandaag?






Slide 20 - Tekstslide