Herhalen wit/blauw: Welke formule hoort bij een spaarrekening waar jaarlijks 1,5% rente wordt gegeven? Bij t = 0 staat er €150 op de rekening.
A
Geld = 150:1,015^t
(met t in jaren)
B
Geld = 150x1,015^t
(met t in jaren)
C
Geld = 150x0,99^t
(met t in jaren)
D
Geld = 150:0,99^t
(met t in jaren)
Slide 4 - Quizvraag
Wat is statistiek? Wat weet je al over statistiek?
Slide 5 - Open vraag
Beelddiagram
In een beelddiagram worden de aantallen aangegeven door een afbeelding.
Slide 6 - Tekstslide
Staafdiagram
In een staafdiagram geeft de lengte van een staaf het aantal aan.
Op de volgende dia kan je antwoord geven. a) Hoeveel % van de leerlingen is 13 jaar?
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveel % is 13 jaar?
Slide 8 - Open vraag
Lijndiagram
Met een lijndiagram kun je gegevens overzichtelijk weergeven.
Op de horizontale as is de tijd uitgezet, op de verticale het aantal. Bij een lijndiagram worden de punten met elkaar verbonden door rechte lijnstukken.
Slide 9 - Tekstslide
Cirkeldiagrammen
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel graden is een volle hoek? (midden van een cirkel)
A
60 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
360 graden
Slide 11 - Quizvraag
Belangrijke begrippen cirkeldiagram
Slide 12 - Tekstslide
Sectorhoek berekenen
1)(
Schrijf op:
1) Hoeveel kazen zijn er in totaal? 2) Schrijf het aantal oude kazen als breuk (deel/geheel)
3) Zet deze breuk als deelsom op jouw rekenmachine en vermenigvuldig dat met 360. Hoe groot is de sectorhoek?
Slide 13 - Tekstslide
In een cirkeldiagram staan de volgende gegevens: Auto: 22 | Fiets: 15 | Lopend: 32 Bereken van alle drie de sectorhoeken.
Slide 14 - Open vraag
Turftabel
Slide 15 - Tekstslide
Steelbladdiagram
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen
Rood:
Je leert werken met beelddiagrammen, staafdiagrammen, lijndiagrammen, cirkeldiagrammen, steelbladdiagrammen en turftabellen.
Wit/blauw
Je leert werken met beelddiagrammen, staafdiagrammen, lijndiagrammen, frequentietabellen en cirkeldiagrammen.