Hoofdstuk 10 paragraaf 5 pluriforme en multiculturele samenlevingen

Pluriforme en multiculturele samenlevingen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pluriforme en multiculturele samenlevingen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect uitleggen: De ontwikkeling van de pluriforme en multiculturele samenlevingen.
• Je kan de ontwikkeling van pluriforme samenleving uitleggen.
• Je kan de ontwikkeling van de multiculturele samenleving uitleggen.
• Je kan de oorzaken van deze ontwikkelingen benoemen.
• Je kan uitleggen welke samenleving ontstond.
• Je kan uitleggen welke invloed de pluriforme samenleving had op de kerk en het gezin.
• Je kan uitleggen welke gevolgen de multiculturele samenleving had in de Westerse wereld.
• Je kan uitleggen welk invloed de individualisering had op het politieke bestel.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Homo-emancipatie
  • 01 april 2001: Huwelijk wordt opengesteld voor mensen van gelijk geslacht. 
  • Andere landen zoals België, Noorwegen en Spanje volgenden daarna. 
  • Overal in de wereld ontstonden pluriforme samenlevingen.
  • In deze samenlevingen konden mensen met verschillende normen, waarden, gewoontes en lijfstijlen gelijkwaardig naast elkaar leven. 

Slide 4 - Tekstslide

De Informatiemaatschappij
  • In 1973 kwam er een einde aan de economische groei. 
  • In combinatie met de automatisering had dit als gevolg dat er massaontslagen vielen. 
  • De industriële samenleving maakte plaats voor de informatie samenleving. 
  • In deze samenleving maakte de arbeiders een veel kleiner deel uit van de bevolking. 

Slide 5 - Tekstslide

De informatiemaatschappij
  • In deze postindustriële samenleving ontstond opnieuw groei. 
  • Door de uitvinding van mobiele telefonie en internet bloeide de welvaart weer op. 
  • Hierdoor werden tweede en derde vakanties normaal.
  • Vliegtuig ontwikkelde zich tot vervoersmiddel voor de massa. 
  • Mobiele telefoon en laptops werden standaarduitrusting. 
  • Het gebruik van elektronische communicatie middelen werden onmisbaar. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Kerk en gezin
  • Vanaf de 21ste eeuw nam de invloed van de kerk nog verder af. 
  • Kerken werden omgebouwd of afgebroken. 
  • Minder mensen gingen naar de kerk. 
  • Europeanen trouwden later of helemaal niet. 
  • In de meeste landen werd het de norm dat vrouwen ook werkten. 
  • Er ontstond een andere taakverdeling in de huishouding en opvoeding. 

Slide 8 - Tekstslide

Immigratie
De Europese samenleving werd ook meer multicultureel: 
  1. (Eerste Golf) Na 1945 trokken veel immigranten naar Europa door de dekolonisatie. 
  2. (Tweede golf) Arbeidsimmigranten vanuit het Middellandse Zee gebied. Door een tekort aan arbeidskrachten nodigden de Nederlandse regering gastarbeiders kwamen vooral uit Noord-Afrika en Turkije. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Immigratie
  • Deze gastarbeiders deden vaak het vuile en laagbetaalde werk waar geen autochtonen meer voor te vinden waren. 
  • De verwacht was dat deze gastarbeiders weer zouden vertrekken, maar velen bleven. 
  • Haalden hun vrouw en kinderen naar Nederland. 
  • Hierdoor ontstonden in de grote steden allochtonen buurten vol armoede en werkloosheid. 

Slide 11 - Tekstslide

Illegalen, asielzoekers, Oost-Europeanen
  • Door de komst van burgers uit crisis gebieden begon er een nieuwe immmigratiestroom. 
  • Daarnaast steeg ook het aantal illegalen. Mensen die geen recht hadden op verblijf in Europa. Vele kwamen uit Afrikaanse of Aziatische landen en hadden de gehoopt werk en welvaart te vinden in Europa. 
  • Na het toetreden van landen uit Oost-Europa tot de EU, kwamen veel legale arbeidsmigranten naar West-Europa. 

Slide 12 - Tekstslide

Onvrede
Door de komst van grote groepen allochtonen nam de spanning toe tussen allochtonen en autochtonen, door: 
  • Autochtonen vonden dat veel buitenlanders hun banen inpikten en sociale voorzieningen misbruikten. Daarnaast ook zorgde voor onveiligheid en criminaliteit. 
  • Spanningen tussen godsdienst en culturele verschillen vergrootte de spanning.
  • Door de aanslag op de World Trade Center werden deze spanning nog verder uit vergroot, vooral naar moslims. 

Slide 13 - Tekstslide

Politieke spanningen
  • Na 1990 ontstond er een debat over immigratie en islam. 
  • Discussie was of alle culturen gelijk waren of dat de westerse cultuur belangrijker was in Nederland. 
  • Anderen eiste dat bijvoorbeeld moslims de westerse normen, waarden en gedraging moesten overnemen. 

Slide 14 - Tekstslide

Politieke spanningen
  • Sommige personen gingen nog verder. Pim Fortuyn noemde: 'De islam een achterlijke cultuur.' Dit radicaliseerde de discussie. 
  • Door de achteruitgang van de sociaaldemocratie en christendemocratie, voelde steeds minder kiezers zich gebonden aan de partijen waar zij altijd op stemden. 
  • Door de ontevredenheid tegenover allochtonen gingen veel van deze stemmers stemmen op Pim Fortuyn. 

Slide 15 - Tekstslide

Politieke spanningen
  • Na de aanslagen op het WTC kreeg en de moord op Pim Fortuyn kreeg de LPF uit eindelijk 26 zetels in de Tweede Kamer. 
  • Geert Wilders nam deze ideeën over en behaalde in 2010 24 Kamerzetels. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 10.5
  • Nakijken paragraaf 10.5
  • Leren leerdoelen hoofdstuk 10

Slide 18 - Tekstslide