huid en aspecifieke afweer

Welkom
Huid en afweer 
- aspecifiek en (specifiek)



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieWOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Huid en afweer 
- aspecifiek en (specifiek)



Slide 1 - Tekstslide

Je huid heeft drie functies:
1. je lichaam op temperatuur houden (homeostase)
2. bescherming tegen vuil en ziekteverwekkers (afweer)
3. bescherming tegen uv-straling van de zon

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1


Je leert hoe je huid je beschermt en helpt om je lichaam op temperatuur te houden. 

Slide 3 - Tekstslide

De huid bestaat uit drie lagen:
  1. Opperhuid: hoornlaag en kiemlaag - hoornlaag bestaat uit dode cellen en slijt steeds af.
    Kiemlaag vult door celdeling van binnenuit aan en bestaat dus uit heel snel delende cellen

  2. Lederhuid: spieren, talgklieren, zweetklieren, bloedvaten, zintuigen en haarzakjes met haren - talg houdt de huid en haren soepel

  3. Onderhuids bindweefsel: bloedvaatjes, zenuwen en opslag van vet

Slide 4 - Tekstslide

Bij een tweedegraads brandwond zijn de opperhuid en lederhuid beschadigt. Bij een derdegraads brandwond zijn alle huidlagen beschadigt. Toch is een tweedegraads brandwond pijnlijker dan een derdegraads brandwond. Leg uit. (I-vraag)

Slide 5 - Open vraag

Hoe blijf je op temperatuur?
Hoe wordt er homeostase gehandhaafd?
Warmtezintuigen meten hogere temperatuur 
-> impulsen naar hersenen.

Afkoelen:
  • bloedvaatjes wijder - stroomt meer bloed door heen - warmte afgeven aan omgeving
  • zweetklieren maken meer zweet -  verdamping = afkoeling


Slide 6 - Tekstslide

Hoe blijf je op temperatuur?
Hoe wordt er homeostase gehandhaafd?
Koudezintuigen meten lagere temperatuur 
-> impulsen naar hersenen.

Warmer worden:
  • bloedvaatjes nauwer - stroomt minder bloed door heen - lichaam houdt warmte beter vast
  • rillen - spieren bewegen = warmte komt vrij
  • vetlaagje in het onderhuids bindweefsel = isolerend / kippenvel = haren rechtop


Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel 2
Je leert wat huidverbranding inhoudt en hoe het uiteindelijk kan leiden tot huidkanker

Slide 8 - Tekstslide

Ik gebruik zonnebrandcreme
A
Altijd
B
Regelmatig
C
Nooit

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Hoe beschermt je huid je tegen de zon?
Zon: UV-straling -> cellen in de kiemlaag maken pigment (kleine korreltjes bruine kleurstof) = bescherming tegen verbranding

Pigment zorgt ervoor dat UV-straling minder diep in je huid komt

Hoe meer pigment je hebt, hoe beter je beschermt bent tegen UV-straling



Slide 11 - Tekstslide

Hoe beschermt je huid je tegen de zon?
UV-straling kan ook cellen in de hoornlaag en de kiemlaag aantasten.

  • Vervellen: door verbranding, waardoor cellen in de hoornlaag afsterven.

  • Huidkanker: als huidcellen worden beschadigd door UV-straling = extra snelle deling -> gezwel/tumor

Slide 12 - Tekstslide

In welke huidlaag kunnen cellen muteren/veranderen in tumorcellen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Opperhuid
D
Lederhuid

Slide 13 - Quizvraag

Hoe ontstaat een uitzaaiing?

Slide 14 - Tekstslide

Welke andere aspecifieke afweer ken je?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Afstoting organen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stel dat deze twee mensen een kind krijgen. Hoe groot is nu de kans dat hun kind onderstaand HLAtype heeft?
A
2,4%
B
50%
C
16,7%
D
25%

Slide 19 - Quizvraag

Zijn er familieleden die eventueel kunnen dienen als stamceldonor voor Tim? Leg je antwoord uit
zie volgende pagina

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide