Via Vooraf thema 4 Hoofdstuk 1 moeilijke woorden

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerjaar 1,2

Thema 4 Wonen

Terugblik...

Waar gingen de luisteroefeningen over?

Presentatie

Klassikaal: opdracht 1, quiz

Zelfstandig:  opdracht 3 blz. 107 + opdracht 4 blz.109

Oefening

In groepjes ga je antwoord geven op de volgende quizvragen.

Eens kijken wat jullie al weten van het thema "wonen"..

Wat betekent: huren

1. Iets tegen betaling lenen.
2. Je moet meteen alles betalen.
3. Je mag iets gratis lenen.

Een legitimatiebewijs is:

1. klantenkaart
2. schoolpasje
3. rijbewijs

Een ander woord voor pand is..

1. voertuigen
2. gebouw
3. woonplaats

Wat is privacy

1. Alleen kunnen zijn, zonder gestoord te worden.
2. Dat is een wet.
3. Ergens anders willen zijn.

Ik woon in de randstad betekent..

1. Ik woon in een dorp.
2. Ik woon in Nederland.
3. Ik woon in een grote stad.

Verwerking

Wat: opdracht 3 blz.107 + opdracht 4 blz. 109

Hoe: zelfstandig

Tijd: 1 lesuur

Resultaat: Je weet de betekenis van 5 moeilijke woorden

Klaar: Maak een tekening van één van de moeilijke woorden.

Evaluatie

Productdoel: Je weet de betekenis van 5 moeilijke woorden

Procesdoel: 2.4 Ik ben gemotiveerd en toon een goede inzet.

6.2 Ik ben een behulpzame collega wanneer een ander het vraagt.