DE BEWEGING DRAAIT NU OM / GAAT DE ANDERE KANT OP.
De snelheid wordt dan negatief, de plaatsfunctie is dalend.
De (negatieve) snelheid neemt toe, de plaatsfunctie loopt
steeds steiler.
Op t = 0,8 neemt de (negatieve) snelheid weer af,
de plaatsgrafiek loopt dan weer minder steil.
Aan het eind van de beweging is de snelheid 0.
De plaatsfunctie loopt horizontaal.