Schrijf een ‘Flardgedicht’ met stukjes tekst uit een boek.
Doe het zo:
- Knip een vel A4 in twaalf stroken.
- Zoek in het boek naar twaalf woorden, zinnen of delen van zinnen in een stijl die jij mooi, bijzonder, veelzeggend of raadselachtig vindt. Noteer deze op de strookjes.
- Schuif met de strookjes tot er een soort gedicht ontstaat.
- Maak je gedicht af door woorden en zinnen te veranderen, weg te halen of toe te voegen.
- Bedenk een passende titel en schrijf die boven je gedicht.
Lever het handgeschreven gedicht in bij je docent.