Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.
Dat doen ze door...
Slide 7 - Tekstslide
Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:
Slide 8 - Tekstslide
Eurozone
Binnen de EU is een Europese Monetaire Unie (EMU) opgericht. Het doel van de EMU is om één gezamenlijke munt (de euro) in de EU te gebruiken.
VE-landen met de euro als wettig betaalmiddel vormen samen de eurozone.
Slide 9 - Tekstslide
Oneerlijke concurrentie binnen de EU
De interne markt van de EU is goed voor de handel tussen de EU-landen. Toch zijn er tussen de EU-landen nog grote verschillen, omdat elk land ook nog eigen wetten en regels heeft.
Elk land heeft zijn eigen btw-tarief.
Het komt voor dat het ene EU-land strengere milieuregels heeft dan een ander EU-land. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie tussen EU-landen.
De Europese regering probeert de regels gelijk te trekken, maar daar moeten alle lidstaten het dan wel met elkaar over eens zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Eén munt
De handel tussen landen gaat een stuk makkelijker als ze allemaal dezelfde munt gebruiken.
Omdat:
je de prijs van producten dan beter met elkaar kunt vergelijken
je dan geen kosten maakt voor het omwisselen van valuta’s
Slide 11 - Tekstslide
Vreemde valuta
De landen uit de eurozone drijven ook veel handel met o.a. de Verenigde Staten en Japan, die andere munteenheden hebben.
Veranderingen in de wisselkoers van de euro ten opzichte van die vreemde valuta hebben invloed op de internationale handel.
Slide 12 - Tekstslide
Europese Unie
Binnen de EU is er:
vrij verkeer van goederen en diensten.
vrij verkeer van personen.
vrij verkeer van kapitaal.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
EU
Nederland is lid van de Europese Unie (EU). Nederland is één van de lidstaten.
De Europese Unie (EU) heeft als belangrijkste doel dat alle landen binnen de EU samenwerken op economisch gebied.
Brussel wordt de hoofdstad van de EU genoemd.
Slide 15 - Tekstslide
EU EMU
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een open economie?
A
dichte grenzen
B
open grenzen
C
helemaal geen grenzen
D
Afhankelijk van de import en de export
Slide 17 - Quizvraag
Import of export? "Action" koopt producten uit China
A
Import
B
Export
Slide 18 - Quizvraag
Juist of onjuist? De landen waar je met de euro kunt betalen, vormen samen de eurozone.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Welk voordeel hebben wij door het gebruik van de euro?
A
Alles is nu goedkoper.
B
We hoeven geen geld te wisselen als we binnen de EMU op vakantie gaan.
C
Je kunt nu in alle landen met de PIN betalen.
D
Nederland kan nu beter met alle landen handelen.
Slide 20 - Quizvraag
Europese Unie
Buiten de Europese Unie
Groot Brittanië
Nederland
paspoort
geen wisselkoers
vrij verkeer van mensen
eurozone
Wisselkoers
euro
Slide 21 - Sleepvraag
Wel of geen invoerrechten betaal je invoerrechten als je een online een computer in de VS koopt
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
je betaalt geen invoerrechten
Slide 22 - Quizvraag
Wel of geen invoerrechten betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten
Slide 23 - Quizvraag
Wel of geen invoerrechten betaal je invoerrechten als je speelgoed in China bestelt
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
D
Nederland, België en Luxemburg
Slide 25 - Quizvraag
Waarom hebben nog niet alle landen in Europa de euro?
A
Er zijn niet genoeg euro's
B
Ze willen liever hun eigen munt houden
C
Ze voldoen niet aan de eisen
D
Er zijn te veel landen
Slide 26 - Quizvraag
Europese Unie
invoerrechten
protectie
vrijhandel
eurozone
Aantal landen van de Europese Unie die de euro als munteenheid hebben
je mag pruducten in- en uitvoeren zonder invoerrechten te betalen
maatregelen om bedrijven in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen
Belasting die je aan de grens betaalt als je producten invoert
groep Europese landen die vooral op economischgebied samenwerken
Slide 27 - Sleepvraag
Welke land is geen lid van de EMU
A
Nederland
B
Zwitserland
C
Ierland
D
Oostenrijk
Slide 28 - Quizvraag
Heb je een paspoort nodig om binnen de EU te reizen?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quizvraag
Wat is goedkoper voor Nederlandse bedrijven?
A
Handelen met een bedrijf in Italië, omdat je dan geen invoerrechten betaalt
B
Handelen met een bedrijf in de VS
C
Maakt niet uit. Het is allebei even duur
Slide 30 - Quizvraag
Wanneer werd de euro ingevoerd?
A
In 1999
B
De contante euro in 1999 en de elektronische in 2002
C
Zowel de elektronische als contante euro in 2002
D
De elektronische euro op 1 januari 1999 en de contante op 1 januari 2002