Opgroeien

10.1 opgroeien

8.1 Opgroeien
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

10.1 opgroeien

8.1 Opgroeien

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  • welke levensfasen zijn er?
  • hoe verandert je lichaam?
  • hoe ontstaan lichamelijke veranderingen?
  • Waardoor groei je zo hard in de pubertijd?

Slide 2 - Tekstslide

Zet onderstaande begrippen in de juiste volgorde van jong naar oud:
schoolkind - volwassene - baby - puber - kleuter - adolescent - peuter - oudere

Slide 3 - Open vraag

Welke levensfasen zijn er?
Iedere levensfase verandering = ontwikkeling

Ontwikkeling: lichamelijke en geestelijke ontwikkeling   
                               
Lichamelijke ontwikkeling: - langer en zwaarder
                                           - meer spiermassa
                                           - kraakbeen wordt been (bot)
                                           - structuur van je huid 

Geestelijke ontwikkeling: - verstand verandert
                                         - interesse verandert

Slide 4 - Tekstslide

Hoe verandert je lichaam?
  • Als baby heb je meer kraakbeen (elastine). Vanaf je 30e wordt dit minder.
  • Dit kraakbeen wordt omgezet in klak (been) .Daarom zijn ouderen minder flexibel en breken sneller wat.
  • In de pubertijd vormt je lichaam zich tot volwassene voor: voortplanting en overleving

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe ontstaan lichamelijke veranderingen?
  • Wanneer je in de pubertijd snel groeit nomen ze dat een groeispurt.
  • Hormonen zijn regelstoffen. Daardoor verandert je lichaam.
  • Ze worden gemaakt in hormoonklieren. Een voorbeeld hiervan is de hypofyse. Die regelt de groeispurt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hormoonklier
Hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed dat door de klier loopt

Slide 9 - Tekstslide

Wat lees je hieruit af?
  • Jongens beginnen op latere leeftijd aan hun groeispurt en zijn daardoor al meer gegroeid als hun groeispurt begint.
  • De groei van de jongens tijdens de groeispurt is vaak sneller en duurt de groeispurt langer dan bij meisjes.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waardoor groei je zo hard in de pubertijd
je groeit door groeihormonen

Celgroei: door celdeling krijg je meer cellen = groei

groei gebeurt in de groei-schijven. Na pubertijd verbenen  ze.

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

geslachtskenmerken

Slide 14 - Tekstslide

Hoe verandert je huid?
In de pubertijd krijg je meer talg. Talg komt via je poriën op je huid voor de vettigheid. Is de porie verstopt = meeëter. Is de porie ontstoken = jeugdpuist. Jeugdpuistjes bij elkaar = Acne

In je pubertijd ga je ook meer zweten via je zweetklieren. In je oksel, samen met bacterien gaat dit stinken: zweetgeur.

Slide 15 - Tekstslide

veranderingen in puberteit
  • secundaire geslachtskenmerken
  • vruchtbaarheid
  • onevenredige groei
  • puistjes
  • gedrag

Slide 16 - Tekstslide

quiz

Slide 17 - Tekstslide

Wat is ontwikkeling?
A
Het groter en zwaarder worden van een organisme
B
Een groeispurt
C
Een vlinder
D
Verandering in de bouw van een organisme

Slide 18 - Quizvraag

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

De baby herkent zijn oma.
A
geestelijk
B
lichamelijk

Slide 19 - Quizvraag

Veranderingen in de bouw van een organisme noem je:
A
kieming
B
ontwikkeling
C
aanpassing
D
wijziging

Slide 20 - Quizvraag

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
jong volwassene
C
puber
D
oudere

Slide 21 - Quizvraag

In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
A
peuter
B
kleuter
C
kind
D
puber

Slide 22 - Quizvraag

Wat hoort bij geestelijke ontwikkeling?
A
gevoelsleven
B
groeien
C
levenscyclus
D
groeispurt

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een groeischijf?
A
Een gewricht waardoor je ledematen kunnen scharnieren
B
Een laagje kraakbeen dat snel afbreekt, volzuigt met bloed en dan uitzet
C
Een fase in je leven waarin extra veel groeihormoon wordt aangemaakt waardoor je sneller groeit
D
Platte lagen kraakbeen met kraakbeencellen die snel delen en groeien.

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoel 1: Welke levensfasen bestaan er?

Slide 25 - Open vraag

Leerdoel 2: Hoe ontstaan alle veranderingen in de puberteit?

Slide 26 - Open vraag

Leerdoel 3: Waardoor groei je zo hard in de puberteit?

Slide 27 - Open vraag