H3-3 breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Je hebt de cijfers 12 en 2. 

Wat is het grootste getal en wat is het kleinst. Zet op volgorde

1)______________

2)______________

3)______________

4)______________

Som

Verschil

Product

Quotiënt

Schrijf in je schrift.

De som en het  antwoord

Hoe zat het ook alweer?

2+3x5 =

Schrijf in je schrift.

De som en het  antwoord

Hoe zat het ook alweer?

2+(3+4)x5 =

Ik geef punten voor je uitwerking, niet voor het antwoord!

2+(3+4)x5 =

Los dit soort sommen altijd op de volgende  manier op!

Breuken

Welke breuk?

Een breuk kan dus ook meer dan 1 zijn

Je kan 1 3/4 ook schrijven 7/4de

Breuken vereenvoudigen

eenvoudiger.. dus makkelijker maken?

Taart eten

Ik en mijn broer kopen beide een appeltaart. Ik snij de taart in 8 stukken en eet zelf 4 stukken op.

Mijn broer snijdt zijn taart in 3 stukken en eet 2 stukken op.

Ik heb vier stukken taart gegeten mijn broer slechts twee.

Conclusie: Ik heb dus meer taart gegeten dan mijn broer. 
Toch?

Andere breuk, zelfde aantal

Welke breuk hoort niet bij het rijtje?

1/3 =

1/2 =

2/3 =

3/4 =

5/6 =

2/5 =

hoort nergens bij

hoort nergens bij

9/18

4/10

50/60

10/16

5/15

9/12

10/15

Stelling 1

Een breuk met een even getal in de noemer kan je altijd vereenvoudigen door met 2 te delen

Stelling 2

Als de teller of noemer van een breuk een priemgetal is dan kan de breuk nooit meer verder vereenvoudigd worden.

Huiswerk

Huiswerk voor woensdag 6 november:

Kijk het volgende filmpje over breuken (tot 5:10 min) https://www.youtube.com/watch?v=A9WW5hOmpwM 

3-4 breuken; Maak daarna de opgave 32 tot en met 10c. Je mag 3 opgaven uitkiezen en overslaan