In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leesstrategieën
Lernziel:
Ich kann Lese-Strategien nutzen.
Slide 1 - Tekstslide
Soorten leesstrategiën
voorspellen
voorkennis gebruiken
structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
skimmen
scannen / selectief lezen
gedetaillieerd lezen
woordbetekenissen afleiden of raden
Slide 2 - Tekstslide
Voorspellen
Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden.
Slide 3 - Tekstslide
Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen.
Bij korte teksten:
kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding en eerste en laatste zin van de volgende alinea's.
Slide 4 - Tekstslide
Scannen
Voorbeeld: je moet opzoeken hoeveel een ticket kost.
Je scant de tekst om een bepaald stukje informatie te vinden. Je leest dus selectief. Als je op zoek bent naar maar één bepaald gegeven, maak je gebruik van scannen.
Slide 5 - Tekstslide
Voorkennis gebruiken
Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken.
Slide 6 - Tekstslide
Structuur ontdekken en gebruiken
Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk!
Slide 7 - Tekstslide
Intensief (gedetailleerd lezen)
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden.
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.
Slide 8 - Tekstslide
Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd!
Lijkt het woord op het Nederlands of Engels?
Spreek het woord in gedachten uit.
Hak het woord in stukjes.
Kijk naar de context waarin de zin staat.
Slide 9 - Tekstslide
Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext
Slide 10 - Sleepvraag
Veelvoorkomende examenvragen top 10
Slide 11 - Tekstslide
Vertaal: Welcher Titel passt zum 5. Absatz?
Slide 12 - Open vraag
Vertaal: Welche Aussage über ... ist richtig? (Einleitung und 1. Absatz)
Slide 13 - Open vraag
Vertaal: Was macht der 3. Absatz deutlich?
Slide 14 - Open vraag
Was sollen die Zeilen zum Ausdruck bringen?
Slide 15 - Open vraag
Wie schließt dieser Satz an den vorhergehenden Satz an?
Slide 16 - Open vraag
Hast du das Lernziel erreicht? Ich kann Lese-Strategien nutzen.