H4 Kenmerken van goede voeding

Wanneer is de biologische waarde van een eiwit in de voeding hoog?
A
Als het eiwit veel essentiële vetzuren bevat
B
Als het eiwit goed verteerbaar is
C
Als er veel lichaamsweefsel kan worden gemaakt uit dit eiwit.
D
Als de eiwitten veel calorieën bevatten
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
DiergezondheidMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wanneer is de biologische waarde van een eiwit in de voeding hoog?
A
Als het eiwit veel essentiële vetzuren bevat
B
Als het eiwit goed verteerbaar is
C
Als er veel lichaamsweefsel kan worden gemaakt uit dit eiwit.
D
Als de eiwitten veel calorieën bevatten

Slide 1 - Quizvraag

Wat is de functie van L-carnitine?
A
Stimuleert de verbranding van vetten
B
Zorgt voor een verzadigd gevoel
C
Wordt omgezet in voedingsstoffen van de darmcellen
D
Ondersteunt de opbouw van spieren

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de functie van DHA?
A
Ondersteunt een goede talgproductie.
B
Stimuleert de productie van kraakbeen.
C
Essentieel voor ontwikkeling van de hersenen.
D
Bindt calcium in het speeksel.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van
omega-3 vetzuren?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de functie
van alfa-casozepine?

Slide 5 - Woordweb

Kenmerken van goede voeding

Slide 6 - Tekstslide

Heb je een hond of een kat?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Welke voeding geef
jij aan je hond of kat?

Slide 8 - Woordweb

Waarom vind je deze
voeding goed?

Slide 9 - Woordweb

Kenmerken van goede voeding
Introductie

Slide 10 - Tekstslide

Bij welke brok is de temperatuur tijdens het productieproces het hoogst?
A
geperste brok
B
geëxtrudeerde brok

Slide 11 - Quizvraag

Welk dier heeft een beter reukvermogen?
A
Hond
B
Kat

Slide 12 - Quizvraag

Welke factoren zijn bij
de hond en de kat van invloed
op smaak en acceptatie van voeding?

Slide 13 - Woordweb

Wat vond je van deze les?
Tips en tops

Slide 14 - Woordweb