Marktvormen quiz (start v5)

Welkom!!
Bij deze herhaalquiz over (voornamelijk) hoofdstuk 1:
Marktvormen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!!
Bij deze herhaalquiz over (voornamelijk) hoofdstuk 1:
Marktvormen

Slide 1 - Tekstslide

Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 2 - Quizvraag

Een ondernemer heeft te maken met een gegeven prijs. Als MO>MK zal bij uitbreiding van de productie met een eenheid
A
De winst dalen.
B
De omzet stijgen en de winst dalen.
C
De omzet stijgen en de winst stijgen
D
De omzet stijgen en de prijs stijgen

Slide 3 - Quizvraag

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoons.
A
Oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Delft?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 5 - Quizvraag

sushi restaurants zijn actief op de volgende markt(vorm)..
A
monopolie
B
oligopolie
C
volledig vrije mededinging
D
monopolistische concurrentie

Slide 6 - Quizvraag

Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 7 - Quizvraag

Uber is een voorbeeld van een niet zuivere monopolist. Om welk soort monopolie gaat het hier?
A
collectief monopolie
B
natuurlijk monopolie
C
wettelijk monopolie

Slide 8 - Quizvraag

Monopolie
A
is een leuk spel
B
is een marktvorm
C
een aanbieder, geen concurrentie
D
De antwoorden A, B en C zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van een monopolie?
A
Als er weinig aanbieders zijn en veel vragers
B
Samen met kerstmis bordspellen spelen
C
Als er veel aanbieders zijn en veel vragers
D
Als er één aanbieder is en veel vragers

Slide 10 - Quizvraag

monopolistische concurrentie betekent...
A
veel vragers, veel aanbieders, heterogeen product
B
veel vragers, veel aanbieders, homogeen product
C
veel vragers, weinig aanbieders, homogeen product
D
veel vragers, weinig aanbieders, heterogeen product

Slide 11 - Quizvraag

Heineken
Heinekens strijd tegen de hogere inkoopprijzen voor grondstoffen als mout en aluminium is nog niet voorbij. De brouwer is in staat gebleken de hogere prijzen door te berekenen en zal dit ook moeten blijven doen. Alleen bierdrinkers in de VS zijn nog gevrijwaard van een hogere prijs voor hun biertje. Het Nederlandse bierconcern zag in het eerste half- jaar de kosten voor grondstoffen met 15 procent per hectoliter bier stijgen. De brouwer verwacht dat dit voor de rest van het jaar gelijk blijft. Dit betekent een extra kostenpost van 375 miljoen euro. Van: telegraaf.nl

Slide 12 - Tekstslide

Is bij de casus over Heineken sprake van prijsdiscriminatie?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Welke marktvorm heeft de markt waarop Heineken opereert?

Slide 14 - Open vraag

Prijsdiscriminatie kan niet altijd worden doorgevoerd, waaraan moet worden voldaan om prijsdiscriminatie door te voeren?

Slide 15 - Open vraag

Toename van de welvaart is een voorbeeld van ...
A
maatschappelijke kosten
B
maatschappelijke opbrengsten
C
maatschappelijk verantwoord ondernemen

Slide 16 - Quizvraag

Een voorbeeld van marktfalen is het verschil in loon tussen flexwerkers en werknemers met een vast contract.

A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Pak pen en papier en schrijf je berekeningen en antwoorden op...


We gaan op zoek naar de maximale totale winst in de volgende situatie...

Je mag gebruik maken van de hulpvragen, of je mag zelf aan de slag bij het bepalen van je antwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De vraag:
Hoe hoog is de maximale winst?

Slide 20 - Tekstslide

Tussenstap:
Bij welke aangeboden hoeveelheid is de winst van deze aanbieder maximaal?

Slide 21 - Tekstslide

Tussenstap:
Welke prijs moet er gevraagd
worden om deze hoeveelheid
te verkopen?

Slide 22 - Tekstslide

Tussenstap:
Wat is de totale omzet in deze
situatie?

Slide 23 - Tekstslide

Tussenstap:
Wat zijn de totale kosten in deze situatie?

Slide 24 - Tekstslide

Vraag:
Wat is de maximale totale winst?

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: .....?

Slide 26 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: MO = MK. Dat is bij XXX miljoen kubieke meter.

Slide 27 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: MO = MK. Dat is bij 3,5 miljoen kubieke meter.
De prijs die daarbij hoort: XXX.

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: MO = MK. Dat is bij 3,5 miljoen kubieke meter.
De prijs die daarbij hoort: 0,45.
Dit noemen we ook wel de .... opbrengsten

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: MO = MK. Dat is bij 3,5 miljoen kubieke meter.
De prijs die daarbij hoort: 0,45.
De GTK die hierbij horen: XXX

Slide 30 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: MO = MK. Dat is bij 3,5 miljoen kubieke meter.
De prijs die daarbij hoort: 0,45.
De GTK die hierbij horen: 0,15
Dus, de maximale totale winst:
.....

Slide 31 - Tekstslide

Antwoord:
De winst van deze aanbieder is maximaal als: MO = MK. Dat is bij 3,5 miljoen kubieke meter.
De prijs die daarbij hoort: 0,45.
De GTK die hierbij horen: 0,15
Dus, de maximale totale winst:
€ 1.015.000

Slide 32 - Tekstslide

Stel dat een aantal andere aanbieders failliet gaat terwijl deze aanbieder als een van de weinigen overblijft. Wat gebeurt er dan met de prijsafzetlijn van deze aanbieder? Licht toe.

Slide 33 - Tekstslide

Volgende keer wil ik graag:
uitleg over / oefenen met / ...

Slide 34 - Open vraag

En nu...
Aan de slag!!

Oefenen, oefenen, oefenen!
Herhalen, herhalen, herhalen!

Slide 35 - Tekstslide