In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H2 | Wat voor consument ben jij?
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor consument ben jij?
Waar let jij op als je chocolade koopt? Zet het in jouw volgorde:
Op plek 1 staat het onderdeel wat je het belangrijkst vindt
prijs - gevolgen voor het milieu - wel of geen keurmerk - smaak - merk
Slide 2 - Tekstslide
Opbouw les
Stof 2.1 en 2.2 herhalen door kleine opdrachten
Herhalingsopdrachten maken
Herhalingsopdrachten bespreken
Huiswerk maken 2.3 en 2.4
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling:
Leerdoel 1: in eigen woorden uitleggen wat consumentenorganisaties, een vergelijkend warenonderzoek en keurmerken zijn.
Leerdoel 2: prijzen omrekenen naar een standaardhoeveelheid en een prijsverschil in procenten uitrekenen.
Leerdoel 3: vier wetten benoemen die consumenten beschermt.
Slide 4 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
A
zorgen ervoor dat je de hoogste kortingen krijgt
B
zijn bedrijven waar consumenten kunnen werken
C
komen op voor de rechten en plichten van de consument
D
als je product stukgaat kun je bij hun terecht
Slide 5 - Quizvraag
Wat doet een vergelijkend warenonderzoek?
A
Advies geven over de rechten van de consument.
B
Onderzoek doen naar consumenten-organisaties.
C
Dezelfde producten van verschillende merken testen.
D
Niets
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de prijs voor 500 gram Heinz ketchup?
A
€ 1,25
B
€ 3
C
€ 3,18
D
€ 4,20
Slide 7 - Quizvraag
Waarvoor dient een keurmerk op producten?
A
om te laten zien dat het van een goed merk is
B
om te laten zien dat het voor kinderen is
C
om te laten zien dat het product aan bepaalde eisen voldoet
Slide 8 - Quizvraag
Een Bosch-vaatwasser kost bij Elektrogigant 579,- en bij Witgoeddiscounter 639,-. Bereken hoeveel procent de vaatwasser bij Witgoeddiscounter duurder is dan bij Elektrogigant
A
9,4
B
10,3
C
9,3
D
10,4
Slide 9 - Quizvraag
Als consument heb ik altijd recht op ....
A
de beste prijs
B
een deugdelijk product
C
korting
D
geld terug
Slide 10 - Quizvraag
Als een product voor schade zorgt, moet de fabrikant dit vergoeden. Dit staat in de:
A
Warenwet
B
Wet productaansprakelijkheid
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noemen we de wet die regelt dat je producten binnen veertien dagen mag terugsturen als je online koopt?
A
Warenwet
B
Colportagewet
C
Wet productaansprakelijkheid
D
Wet koop op afstand
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van Consumer Power?
A
Judith besluit om in haar eentje geen ongezond eten te halen.
B
Een groep consumenten koopt geen plofkip meer.
C
Het vergelijken van producten van verschillende merken.
Slide 13 - Quizvraag
Opdracht
Wat? Herhalingsopdrachten blz 58/59 of rekenen blz 62/63
Hoe? Zelfstandig
Hulp? Docent
Tijd? 10 minuten (zelf in stilte en daarna pas overleg)
Klaar? Iets voor jezelf
Uitkomst? Geoefend met paragraaf 2
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling:
Leerdoel 1: in eigen woorden uitleggen wat consumentenorganisaties, een vergelijkend warenonderzoek en keurmerken zijn.
Leerdoel 2: prijzen omrekenen naar een standaardhoeveelheid en een prijsverschil in procenten uitrekenen.
Leerdoel 3: vier wetten benoemen die consumenten beschermt.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.