Lengtematen

Lengtematen omzetten
1 / 67
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 67 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lengtematen omzetten

Slide 1 - Tekstslide

Kijk naar de tabel op de volgende pagina. 
Dat zijn alle lengtematen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

We weten dat:

-  1 m = 100 cm
- 1 cm = 10 mm

Dat kunnen we ook zien in de tabel.

Slide 4 - Tekstslide

1             0            0
                             1            0

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer we van rechts naar links gaan in de tabel, wordt ons getal kleiner.

Wanneer we van links naar rechts gaan in de tabel, wordt ons getal groter.

Slide 6 - Tekstslide

Om maten om te zetten hebben we 2 methodes:

1: je noteert het getal in de tabel

2:  je kijkt naar de tabel hoeveel sprongen je moet maken

Slide 7 - Tekstslide

Methode 1

Slide 8 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

Bij deze methode noteren we de cijfers van de maat in de tabel.  We voegen nullen toe en/of verplaatsen de komma om tot de gevraagde maat te komen.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 1:

Hoeveel mm is 15 cm ?

Slide 10 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We noteren altijd het laatste cijfer in de bijhorende maateenheid.
15 cm

In dit voorbeeld noteren we de 5 in de kolom van cm, de 1 in de volgende kolom links.  Kijk op de volgende pagina.

Slide 11 - Tekstslide

     1          5

Slide 12 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We willen weten hoeveel mm 15 cm is.  We noteren 0 tot we in de juiste kolom zijn.  In dit geval 1 plaats naar rechts.

Slide 13 - Tekstslide

     1          5            0

Slide 14 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

Nu kan je het volledige getal aflezen. 

15 cm = 150 mm

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 2:

Hoeveel cm is 23 m ?

Slide 16 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We noteren altijd het laatste cijfer in de bijhorende maateenheid.
23 m

In dit voorbeeld noteren we de 3 in de kolom van m, de 2 in de volgende kolom links.  Kijk op de volgende pagina.

Slide 17 - Tekstslide

     2        3

Slide 18 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We willen weten hoeveel cm 23 m is.  We noteren 0 tot we in de juiste kolom zijn.  In dit geval 2 plaatsen naar rechts.

Slide 19 - Tekstslide

     2        3            0           0

Slide 20 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

Nu kan je het volledige getal aflezen. 

23 m = 2300 cm

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld 3:

Hoeveel m is 321 cm ?

Slide 22 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We noteren altijd het laatste cijfer in de bijhorende maateenheid.
321 cm
In dit voorbeeld noteren we de 1 in de kolom van cm, de 2 in de volgende kolom links en de 3 in de volgende kolom.  Kijk op de volgende pagina.

Slide 23 - Tekstslide

3             2         1

Slide 24 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We willen weten hoeveel m 321 cm is.  In dit geval moeten we naar links opschuiven.  We gaan een komma plaatsen achter m.

Slide 25 - Tekstslide

               3     ,        2          1

Slide 26 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

Nu kan je het volledige getal aflezen. 

321 cm = 3,21 m

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld 4:

Hoeveel m is 21 cm ?

Slide 28 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We noteren altijd het laatste cijfer in de bijhorende maateenheid.
21 cm
In dit voorbeeld noteren we de 1 in de kolom van cm, de 2 in de volgende kolom links.  Kijk op de volgende pagina.

Slide 29 - Tekstslide

             2         1

Slide 30 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We willen weten hoeveel m 21 cm is.  In dit geval moeten we naar links opschuiven.  We gaan een komma plaatsen achter m en de kolommen aanvullen met 0.

Slide 31 - Tekstslide

               0     ,        2          1

Slide 32 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

Nu kan je het volledige getal aflezen. 

21 cm = 0,21 m

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld 5:

Hoeveel cm is 5,4 m ?

Slide 34 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We noteren altijd het laatste cijfer in de bijhorende maateenheid.In dit geval het laatste cijfer VOOR de komma
5,4 m
In dit voorbeeld noteren we de 5 in de kolom van m, de 4 in de volgende kolom RECHTS.  We noteren GEEN komma.
  Kijk op de volgende pagina.

Slide 35 - Tekstslide

                5              4

Slide 36 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

We willen weten hoeveel cm 5,4 m is.  In dit geval moeten we naar rechts opschuiven.  We laten de komma van meter weg en vullen aan met 0 tot de juiste kolom, in dit geval cm.

Slide 37 - Tekstslide

                5              4         0

Slide 38 - Tekstslide

Methode 1: we noteren het cijfer in de tabel.

Nu kan je het volledige getal aflezen. 

5,4 m = 540 cm

Slide 39 - Tekstslide

Methode 2

Slide 40 - Tekstslide

Methode 2: tel het aantal sprongen in de tabel.

Bij methode 2 kijken we naar de maten en tellen we hoeveel sprongen we moeten maken van de gegeven maat naar de gevraagde maat.  Zo zien we of wel maal of gedeeld door 10 / 100 / 1000 moeten doen.  We kijken of we naar links of naar rechts moeten en verplaatsen zo de komma en/of zetten nullen bij.

Slide 41 - Tekstslide

Methode 2:
Elke sprong betekent maal  of gedeeld door 10.

Naar rechts opschuiven betekent x10 voor elke sprong.
Naar links opschuiven betekent : 10 voor elke sprong.

Slide 42 - Tekstslide

Voorbeeld 1:

Hoeveel mm is 15 cm ?

Slide 43 - Tekstslide

Methode 2:
Kijk naar de trap.

Van mm naar cm is 1 sprong naar rechts. 
Dus x 10.

Slide 44 - Tekstslide

Methode 2:

15 x 10 = 150

Dus: 15 cm = 150 mm

Slide 45 - Tekstslide

Voorbeeld 2:

Hoeveel cm is 23 m ?

Slide 46 - Tekstslide

Methode 2:
Kijk naar de trap.

Van m naar cm is 2 sprongen naar rechts. 

Dus x 10 en x 10 = x 100

Slide 47 - Tekstslide

Methode 2:

23 x 100 : 2300

Dus:23 m = 2300 cm

Slide 48 - Tekstslide

Voorbeeld 3:

Hoeveel m is 321 cm ?

Slide 49 - Tekstslide

Methode 2:
Kijk naar de trap.

Van cm naar m is 2 sprongen naar links. 

Dus : 10 en : 10 = : 100

Slide 50 - Tekstslide

Methode 2:

321 : 100 = 3,21

:100 betekent in dit geval de komma 2 plaatsen opschuiven.

Dus:321 cm = 3,21 m

Slide 51 - Tekstslide

Voorbeeld 4:

Hoeveel m is 21 cm ?

Slide 52 - Tekstslide

Methode 2:
Kijk naar de trap.

Van cm naar m is 2 sprongen naar links. 

Dus : 10 en : 10 = : 100

Slide 53 - Tekstslide

Methode 2:

21 : 100 = 0,21

:100 betekent in dit geval de komma 2 plaatsen opschuiven.

Dus:21 cm = 0,21 m

Slide 54 - Tekstslide

Voorbeeld 5:

Hoeveel cm is 5,4 m ?

Slide 55 - Tekstslide

Methode 2:
Kijk naar de trap.

Van m naar cm is 2 sprongen naar rechts. 

Dus x 10 en x 10 = x 100

Slide 56 - Tekstslide

Methode 2:

5,4 x 100 = 540

x100 betekent in dit geval de komma 2 plaatsen opschuiven.

Dus:5,4 m = 540 cm

Slide 57 - Tekstslide

Je kan kiezen welke methode jij gebruikt.  Welke vind jij het gemakkelijkste?

Slide 58 - Tekstslide

We gaan oefenen!

Slide 59 - Tekstslide

7 m = ..............cm

Slide 60 - Open vraag

20 m = ......................... dm

Slide 61 - Open vraag

1000 cm = ..........................m

Slide 62 - Open vraag

50 m = ..............................cm

Slide 63 - Open vraag

35 cm = ...........................m

Slide 64 - Open vraag

1,2 cm =......................m

Slide 65 - Open vraag

16,2 m = ..............................cm

Slide 66 - Open vraag

0,02 m = .................cm

Slide 67 - Open vraag