T2 B3 cellen

cellen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

cellen

Slide 1 - Tekstslide

eventueel so bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we vorige les gedaan?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

leerdoelen 2.3
1. Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
2. Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun functie.
3. Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun functie.

Slide 5 - Tekstslide

leerdoel 1
1. Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

Lees voor jezelf het kopje: -cellen op blz 107.
                                                        -verschillende type op blz 107/108.

Wat is een cel?

Slide 6 - Tekstslide

leerdoel 2
2. Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun functie.

Lees voor jezelf het kopje: dierlijke cellen op blz. 108.


Wat is de celkern?

Slide 7 - Tekstslide

tekening dierlijke cel

Slide 8 - Tekstslide

Dierlijke cel:
Cytoplasma:
Celmembraan:
Celkern:
Kernmembraan:

Slide 9 - Tekstslide

Dierlijke cel:
Cytoplasma: een dikke vloeistof in de cel (celplasma). Bestaat uit water, opgeloste stoffen en zwevende deeltjes. 
Celmembraan:
Celkern:
Kernmembraan:

Slide 10 - Tekstslide

Dierlijke cel:
Cytoplasma: een dikke vloeistof in de cel (celplasma). Bestaat uit water, opgeloste stoffen en zwevende deeltjes. 
Celmembraan: een dun vliesje om de cytoplasma heen. Het bestaat uit eiwit en vet. Zuurstof kan door de membraan heen maar andere stoffen niet. Door eiwitten in het membraan kunnen deze stoffen toch de cel in en andersom natuurlijk ook.

Slide 11 - Tekstslide

Dierlijke cel:
Cytoplasma: een dikke vloeistof in de cel (celplasma). Bestaat uit water, opgeloste stoffen en zwevende deeltjes. 
Celmembraan: een dun vliesje om de cytoplasma heen. Het bestaat uit eiwit en vet......................................................
Celkern: Het stuurt de cel aan (regelcentrum). Bestaat uit kernmembraan en kernplasma.
Kernmembraan: een dun vliesje op de celkern heen.

Slide 12 - Tekstslide

leerdoel 3
3. Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun functie.

Lees voor jezelf het kopje: plantaardige cellen op blz. 108/109.
                                                        organellen op blz. 109.

Wat is een bladgroenkorrel?

Slide 13 - Tekstslide

tekening plantaardige cel

Slide 14 - Tekstslide

plantaardige cel:
Cytoplasma: 
Celmembraan:
Celkern:
Kernmembraan:

Deze hebben we al, maar gelden ook voor de plantaardige cellen

Slide 15 - Tekstslide

Planten cellen hebben er meer
vacuole:
celwand:
plastiden:
bladgroenkorrels:
kleurstofkorrels:
zetmeelkorrels:

Slide 16 - Tekstslide

Planten cellen hebben er meer
Vacuole: Een blaasje gevuld met vocht. Dit zorgt voor stevigheid van de plant. Ook kan de vacuole stoffen opslaan.
Celwand: Een stevige laag om de plantencel heen. Het hoort niet bij de cel. Het is tussencelstof.
Plastiden:
Bladgroenkorrels:
Kleurstofkorrels:
Zetmeelkorrels:

Slide 17 - Tekstslide

Planten cellen hebben er meer
Vacuole: Een blaasje gevuld met vocht. Dit zorgt voor stevigheid van de plant. Ook kan de vacuole stoffen opslaan.
Celwand: Een stevige laag om de plantencel heen. Het hoort niet bij de cel. Het is tussencelstof.
Plastiden: Korrels met een speciale functie in het cytoplasma.
Bladgroenkorrels: 
Kleurstofkorrels:
Zetmeelkorrels:

Slide 18 - Tekstslide

Planten cellen hebben er meer
Vacuole: Een blaasje gevuld met vocht. Dit zorgt voor stevigheid van de plant. Ook kan de vacuole stoffen opslaan.
Celwand: Een stevige laag om de plantencel heen. Het hoort niet bij de cel. Het is tussencelstof.
Plastiden: Korrels met een speciale functie in het cytoplasma.
Bladgroenkorrels: In groene delen van een plant. Zorgen voor fotosynthese.
Kleurstofkorrels: 
Zetmeelkorrels:

Slide 19 - Tekstslide

Planten cellen hebben er meer
Vacuole: Een blaasje gevuld met vocht. Dit zorgt voor stevigheid van de plant. Ook kan de vacuole stoffen opslaan.
Celwand: Een stevige laag om de plantencel heen. Het hoort niet bij de cel. Het is tussencelstof.
Plastiden: Korrels met een speciale functie in het cytoplasma.
Bladgroenkorrels: In groene delen van een plant. Zorgen voor fotosynthese.
Kleurstofkorrels: In cellen van bloemen en vruchten (oranje, rood of geel).
Zetmeelkorrels:

Slide 20 - Tekstslide

Planten cellen hebben er meer
Vacuole: Een blaasje gevuld met vocht. Dit zorgt voor stevigheid van de plant. Ook kan de vacuole stoffen opslaan.
Celwand: Een stevige laag om de plantencel heen. Het hoort niet bij de cel. Het is tussencelstof.
Plastiden: Korrels met een speciale functie in het cytoplasma.
Bladgroenkorrels: In groene delen van een plant. Zorgen voor fotosynthese.
Kleurstofkorrels: In cellen van bloemen en vruchten (oranje, rood of geel).
Zetmeelkorrels: bijv in aardappels licht zetmeel opgeslagen (kleurloos).

Slide 21 - Tekstslide

dierlijk of plantaardig?

Slide 22 - Tekstslide

dierlijk of plantaardig?

Slide 23 - Tekstslide

dierlijk of plantaardig?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

begrippenlijst
organellen: delen van een cel die een eigen functie hebben.

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk

leer T2 B3
Maak opdr 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8

Slide 27 - Tekstslide