Dementie

1 / 49
volgende
Slide 1: Video
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

https://www.alzheimercentrum.nl/dementie/vormen-van-dementie/dementie-met-lewy-bodies/ 
Informatie Boeken
MZ/PBGZ
  1. Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen MZ: Thema 4.13 Cliënten met dementie
VIG/MZ
  1. Begeleider specifieke doelgroepen:Thema 4.13 Cliënten met dementie
  2. VVTdl2



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen over dementie
Na deze les benoemt de student 
  1. de vormen & oorzaak 
  2. de symptomen 
  3. de fasen 
  4. de benaderingswijze 
  5. de behandeling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie Dementie
Een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken waarbij sprake is van een combinatie van factoren waarbij de cognitieve achteruitgang in eerste instantie op de voorgrond staat. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk symptomen van dementie ken je?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen dementie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/herkennen-symptomen/symptomen 
Herkennen van dementie
Achterdochtig zijn (vroeger niet)
Bedorven voedsel in koelkast
Niet goed meer kunnen bedienen van apparaten, zoals koffiezetapparaat, wasmachine en tv
Er onverzorgd uitzien (vroeger niet)
Telkens vergeten welke dag het is
Telkens herhalen van dezelfde vragen of verhalen
Verdwalen op bekend terrein
Vergeten van afspraken (vroeger niet)
Voortdurend zoeken naar spullen (vroeger niet)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van dementie ken je?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende vormen van dementie
  1. Alzheimer
  2. Vasculaire dementie
  3. Frontotemporaal dementie
  4. Lewy Body
  5. Mild cognitieve Impairment
  6. Korsakov

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oorzaak van Alzheimer
A
Ophoping van eiwitten in de zenuwcellen
B
Storing in de bloedvoorziening in de hersenen
C
Hersenen worden kleiner door onbekende oorzaak
D
Tekort aan Vitamine B1

Slide 12 - Quizvraag

Samenklontering van Amyloid
Tau eiwitkluwen
Gliacellen
Bloed-hersenbarrière
Alzheimer oorzaak
• Samenklontering van Amyloid
• Tau eiwitkluwen
• Gliacellen
• Bloed-hersenbarrière

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alzheimer

Slide 14 - Tekstslide

Bij de ziekte van Alzheimer is de hippocampus vaak één van de eerst aangedane gebieden in de hersenen. Dit kleine hersengebiedje, in de vorm van een zeepaardje, zit in de slaapkwab of ‘temporale kwab’. Deze hersenkwab zit aan de zijkant van het brein. Het gebiedje is in beide hersenhelften aanwezig. Bij de ziekte van Alzheimer zie je dat dit één van de eerste gebieden in het brein is waar het schadelijke eiwit ‘amyloid’ tussen de hersencellen neerslaat in ‘plaques’. Dit eiwit is een belangrijke oorzaak van de ziekte van Alzheimer. Door beschadiging van de hippocampus kan iemand moeilijker nieuwe dingen onthouden. De ziekte van Alzheimer begint dan ook vaak met geheugenproblemen.

Slide 15 - Tekstslide

Bij de ziekte van Alzheimer is de hippocampus vaak één van de eerst aangedane gebieden in de hersenen. Dit kleine hersengebiedje, in de vorm van een zeepaardje, zit in de slaapkwab of ‘temporale kwab’. Deze hersenkwab zit aan de zijkant van het brein. Het gebiedje is in beide hersenhelften aanwezig. Bij de ziekte van Alzheimer zie je dat dit één van de eerste gebieden in het brein is waar het schadelijke eiwit ‘amyloid’ tussen de hersencellen neerslaat in ‘plaques’. Dit eiwit is een belangrijke oorzaak van de ziekte van Alzheimer. Door beschadiging van de hippocampus kan iemand moeilijker nieuwe dingen onthouden. De ziekte van Alzheimer begint dan ook vaak met geheugenproblemen.
Hoeveel mensen in Nederland hebben dementie?
A
150.000 Nederlanders
B
2.000.000 Nederlanders
C
1.500.000 Nederlanders
D
290.000 Nederlanders

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen met dementie hebben onbegrepen gedrag?
A
80 - 90% mensen
B
30 - 40% mensen
C
50 - 60 % mensen
D
10 -20% mensen

Slide 17 - Quizvraag

Zo’n 80 tot 90 procent van de mensen met dementie vertoont vroeg of laat ander (problematisch) gedrag. Onder onbegrepen gedrag valt al het gedrag van de persoon met dementie dat door deze persoon zelf en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren.
Vasculaire dementie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Frontotemporaal Dementie

Slide 20 - Tekstslide

De gebieden vooraan en aan de zijkant van de hersenen worden het eerst aangedaan bij frontotemporale dementie of kortweg FTD. Deze vorm van dementie dankt zijn naam aan de plekken in het brein die beschadigd raken: de voorhoofdskwab (frontale kwab) en de slaapkwab (temporale kwab).
Ook bij FTD zien we in de hersencellen neerslagen van schadelijke eiwitten. We zien bijvoorbeeld dat het eiwit ‘tau’ kan neerslaan, een eiwit dat ook een rol speelt bij alzheimer. Dit eiwit vormt een soort kluwen van eiwitdraden in een zenuwcel. In andere gevallen slaat het eiwit TDP-43 of het eiwit FUS neer. Al deze eiwitten hebben gemeen dat ze de zenuwcellen beschadigen, waardoor mensen problemen krijgen met de taken die in deze hersengebieden worden uitgevoerd.
De voorhoofdskwab is bijvoorbeeld heel belangrijk bij plannen, initiatief nemen en gedrag. De slaapkwab is weer belangrijk voor taal en het herkennen van mensen. Bij beschadiging van deze gebieden krijgt men daarom last van:
verandering van gedrag, bijvoorbeeld heel risicovol gedrag;
verandering van persoonlijkheid, bijvoorbeeld dat iemand sneller kwaad is of juist nergens zin in heeft;
taalproblemen zoals moeilijker praten of juist nog vloeiend praten maar inhoudsloze zinnen maken. Denk dan aan het gebruik van stopwoorden en niet bestaande woorden.
Bij FTD zien we vaak dat patiënten in het begin maar een paar opvallende symptomen hebben op het gebied van gedrag of taal. Zeker als de veranderingen op het gebied van gedrag liggen, wordt vaak eerst een verkeerde diagnose gesteld. Bijvoorbeeld depressie, burn-out of relatieproblemen.

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lewy Body

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht dementie 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korsakov

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak Korsakov
Alcohol met als gevolg vitamine B12 tekort

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van Dementie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de fasen van dementie

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De fasen 
de bedreigde ik of cognitieve fase; 
de verdwaalde ik of emotionele fase; 
de verborgen ik of psychomotore fase; 
de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.

Slide 31 - Tekstslide

https://www.zorgvoorbeter.nl/dementie/diagnose/verloop

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1 (Bedreigde ik)
Dezelfde vraag of zin herhalen
Recente gebeurtenissen of gesprekken vergeten
Trager begrip van nieuwe dingen
De draad van een verhaal kwijtraken
In de war zijn
Minder vloeiend spreken
Moeite met beslissingen nemen
Weinig belangstelling voor andere mensen en activiteiten

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2 Verdwaalde ik
Toenemende afhankelijkheid
In de war zijn over tijd, plaats en datum
Weglopen en de weg kwijtraken
Moeite met het herkennen van mensen
Een verstoord dag- en nachtritme
Wantrouwen en achterdocht
Gevaarlijke situaties, zoals het gas openzetten zonder het aan te steken
Vreemd gedrag zoals in haar nachtjapon de straat op gaan
Waandenkbeelden en hallucinaties

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verborgen en verzonken ik
Veel eten en toch veel gewicht verliezen
Moeite hebben met kauwen en slikken
Incontinentie
Spraakverlies, soms kent iemand nog een paar woorden die ze steeds herhaalt
Onrustig gedrag, schreeuwen of zoeken naar iets of iemand
Verdrietig of boos, zelfs agressief gedrag vertonen, vooral als iemand zich bedreigd voelt
Woede-uitbarstingen tijdens de lichamelijke verzorging, door onbegrip
Moeite met uiten

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benaderingswijzen dementie

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belevingsgerichte benadering
Belevingsgerichte zorg is een nieuwe manier van omgaan met mensen die zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld mensen met dementie of met een verstandelijke beperking. Bij belevingsgerichte zorg staan de wensen en mogelijkheden van degene die zorg krijgt centraal, niet de beperkingen die iemand heeft.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen belevingsgerichte benadering
  1. Uitgaan van eigen kracht
  2. ROB
  3. Validation
  4. Reminiscentie
  5. Snoezelen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benadering Algemeen (basis)
  1. Leef je in
  2. Aansluiten bij wensen en behoeften
  3. Neem niets over, maar ondersteun
  4. Stimuleren zolang mogelijk zelf dingen te doen
  5. Test en corrigeer niet. 
  6. Maak oogcontact

Slide 42 - Tekstslide

Leef je in in de persoon met dementie
Door je in te leven in de persoon met dementie kun je hem/haar beter begrijpen en ben je beter in staat om hem/haar (en de omgeving) te ondersteunen. Tip: Stel je voor dat je je niet meer kunt aankleden, gewoonweg omdat je niet meer weet hoe het moet.
Sluit aan bij de wensen en behoeften van de persoon met dementie
Probeer, in elk stadium van dementie, aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de cliënt. Dat klinkt heel logisch. Maar als zorgmedewerker denken we soms, met al onze goede bedoelingen, dit wel te weten. Tip: Sta in je volgende dienst eens bewust stil bij de vraag: 'Wat wil de cliënt eigenlijk zelf?'
Neem geen dingen van de persoon met dementie over, maar bied ondersteuning waar dat nodig is
Neem geen dingen over, maar stimuleer de cliënt om zoveel mogelijk zelf te doen. Als wij veel van de persoon met dementie overnemen, dan vergeet de persoon met dementie hoe hij dit zelf kan doen. Tip: Geef in je volgende dienst eens de tandenborstel aan een cliënt (waarbij de zorg vaak zijn/haar tanden poetst) en doe bij jezelf voor hoe jij je tanden poetst.
Stimuleer de persoon met dementie en zijn omgeving om zo lang mogelijk de gewone dingen te blijven doen
Boodschappen doen, op visite gaan, sporten, zingen in een koor, koken. Dit zijn allerlei activiteiten die mensen met dementie prima zelfstandig en/of met ondersteuning kunnen doen. Betrek hierbij ook de omgeving van de cliënt en geef hen voorlichting over de mogelijkheden. Tip: Vraag eens na welke sport de cliënt vroeger heeft beoefend en kijk samen of hij deze sport weer kan en wil oppakken.
Test en corrigeer de persoon met dementie niet
Vragen als: 'Wat heb je gisteren gedaan?' En 'Weet je nog wie ik ben?' kunnen moeilijk en confronterend zijn voor mensen met dementie. Als de cliënt een ‘fout’ maakt corrigeer hem/haar dan niet en laat de cliënt in zijn/haar waarde. Tip: Sta een stil bij de vraag: 'Hoe zou ik me voelen als bepaalde dingen mij niet meer lukken?'
10 tips 
Let op iemands reactie en bevestig gevoelens
Ieder mens is uniek
Maak je bekend
Leg contact met aandacht
Vraag niet te veel naar feiten en gebeurtenissen van vandaag of gisteren
Houd het simpel
Ken iemand persoonlijk
Deel complimentjes uit
Neem mensen met dementie serieus
Toon betrokkenheid:

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gekleurd bord draagt bij aan beter eten bij mensen met dementie
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quizvraag

Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met de ziekte van Alzheimer 25 procent meer voedsel tot zich nemen wanneer tafelgerei een meer opvallende kleur heeft. Maar let hierbij goed op en maak het niet te bont: een teveel aan prikkels kan ook juist afleiden tijdens het eten
HOe vaak komt depressie voor bij mensen met dementie?
A
20 - 30%
B
40- 50%
C
60- 80%
D
70 - 90%

Slide 45 - Quizvraag

Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met de ziekte van Alzheimer 25 procent meer voedsel tot zich nemen wanneer tafelgerei een meer opvallende kleur heeft. Maar let hierbij goed op en maak het niet te bont: een teveel aan prikkels kan ook juist afleiden tijdens het eten
Mensen met dementie kunnen nog nieuwe dingen leren
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quizvraag

Ja! Mensen met dementie kunnen nog dingen aan- en afleren. Dit geldt zowel voor mensen met beginnende dementie, als mensen met meer gevorderde dementie. Dit zogenaamde lerende vermogen wordt steeds meer toegepast in de zorg. Het blijkt dat mensen met dementie hierdoor vaardigheden die zij zijn verleerd,

 opnieuw kunnen aanleren. Het is zelfs mogelijk om nieuwe vaardigheden aan te leren, bijvoorbeeld leren omgaan met technologieën zoals de iPad.

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling dementie

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling met medicijnen

Behandeling zonder medicijnen 
  1. Regelmatig bewegen en gezond blijven. ...
  2. Hersenen actief houden. ...
  3. Goed contact met mantelzorgers. ...
  4. Ergotherapie. ...
  5. Logopedie. ...
  6. Psychologische hulp. ...
  7. Alternatieve behandelingen.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies