In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
B1 - Jodendom - les 1
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt verwoorden wat je al weet over het Jodendom
Je kunt de 4 geloofspunten van het joodse geloof benoemen.
Je kunt het verschil uitleggen van het woord 'jood' als het gaat om geloof en volk.
Je kunt met voorbeelden het verschil uitleggen tussen liberale, orthodoxe en niet-godsdienstige joden.
Slide 2 - Tekstslide
Jodendom
Schrijf je antwoorden bij inleidende opdracht 2 (blz. 4)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
1.a. Joden in Nederland
Maak opdracht 1.1 t/m 1.3
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Nakijken opdr. 1.1 t/m 1.3
Slide 8 - Tekstslide
1.c. Joodse stromingen
Joden -> Joodse moeder (gelovig én ongelovig)
Jodendom -> Joodse geloof
Drie stromingen:
Orthodox: houden zich stipt aan de regels van de tora
Liberaal: gaan soepel om met de regels van de tora
Niet-godsdienstig: geloven niet in God, soms wel rituelen
Slide 9 - Tekstslide
Bij welke stroming horen onderstaande plaatjes?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Opdracht: overeenkomsten/verschillen
Bedenk zoveel mogelijk overeenkomsten tussen het Joodse en Christelijke geloof (minimaal 5) en schrijf ze op.
Bedenk zoveel mogelijk verschillen tussen het Joodse en Christelijke geloof (minimaal 5) en schrijf ze op.
Slide 12 - Tekstslide
1.c. Inhoud van het Joodse geloof
Uitverkoren volk -> verbond met Israël
Eén God -> Schepper en Bevrijder (Sjema)
Messias zal komen -> rijk van vrede
Wet gekregen -> Tora
Slide 13 - Tekstslide
Maak opdracht 1.7 + 1.8
Klaar? Bekijk het Hebreeuwse alfabet en probeer je eigen naam op te schrijven in het Hebreeuws.
(let op: van rechts naar links en geen klinkers gebruiken)
Slide 14 - Tekstslide
V1 - Jodendom - les 2
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen van het woord 'jood' als het gaat om geloof en volk.
Je kunt met voorbeelden het verschil uitleggen tussen liberale, orthodoxe en niet-godsdienstige joden.
Je kunt de 4 geloofspunten van het joodse geloof benoemen.
Je kent de indeling van de synagoge.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Maak keuzeopdracht 1.11
Telefoongebruik toegestaan
Slide 21 - Tekstslide
V1 - Jodendom - les 3
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de indeling van de synagoge.
Je kunt de drie voorwaarden opnoemen om te bepalen of voedsel koosjer is.
Je kunt vier momenten in het leven benoemen waarbij vaak rituelen plaatsvinden.
Je kunt bij vier momenten in het leven de joodse rituelen beschrijven.
Slide 23 - Tekstslide
Leren in het Jodendom
Sjoel – ‘Schule’ – school
Synagoge – plaats van samenkomst
Minjan – minimaal 10 mannen
Chazan – voorzanger
Rabbijn – joodse geleerde en leider
Talmoed – ‘mondeling leer’ / uitleg van de tenach
Slide 24 - Tekstslide
Maken: opdracht 1.10
Teken een rechthoek in je schrift.
Kijk naar het filmpje en probeer zoveel mogelijk cijfers al in je schets te plaatsen.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
2.A Joods eten
Kosjer = ‘geoorloofd’, voor joden geoorloofd om te eten of te drinken
Slide 28 - Tekstslide
Maak opdracht 2.1
Klaar? Maak opdracht 2.2
Slide 29 - Tekstslide
Rituelen, wat heb je eraan?
Bespreken opdracht 2.2
Slide 30 - Tekstslide
Afmaken opdracht rituelen
Lever het op papier in.
Slide 31 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de indeling van de synagoge.
Je kunt de drie voorwaarden opnoemen om te bepalen of voedsel koosjer is.
Je kunt vier momenten in het leven benoemen waarbij vaak rituelen plaatsvinden.
Je kunt bij vier momenten in het leven de joodse rituelen beschrijven.
Slide 32 - Tekstslide
Deze les:
SO overkijken
SO maken
SO nakijken
Opdracht rituelen inleveren
Jodendom afronden
Slide 33 - Tekstslide
In het boekje staat: “Wanneer je spreekt over het Jodendom, kan er snel een misverstand ontstaan over wat je bedoelt.” Leg uit waarom dit zo is.
Het is een geloof, maar ook een volk. En die zijn erg met elkaar verbonden. Daardoor is het niet altijd duidelijk of het nu over het volk of over de godsdienst gaat.
maximaal 1 punt
Slide 34 - Tekstslide
Noem de vier geloofspunten van het Jodendom.
De Joden zien zichzelf als het uitverkoren volk van God, God sloot dit verbond met Abraham en bevestigde dit op de Sinaï
Joden vereren één God
Joden geloven in de komst van de Messias, die zal zorgen voor een rijk waarin alle Joden in vrede kunnen leven
Joden zien de Tora als basis van de Joodse godsdienst.
maximaal 1 punt
Slide 35 - Tekstslide
Lees onderstaande uitspraken en zeg bij elke uitspraak of het er een is van een orthodoxe Jood, een liberale Jood of een niet-godsdienstige Jood.
A: Liberale Jood (1/2 punt)
B: Orthodoxe Jood (1/2 punt)
Slide 36 - Tekstslide
Waarom wordt een synagoge in Nederland ook wel ‘sjoel’ genoemd?
Omdat de synagoge veel geleerd wordt over bijv. de Tora en het leven.
Max. 1 punt
Slide 37 - Tekstslide
Geef de betekenis van de volgende begrippen:
1/2 punt per vraag
a. Koosjer: geoorloofd
b. O.R.T: onder rabbinaal toezicht
c. Minjan: tien mannen in de synagoge die bar mitswa hebben gedaan
d. Rabbijn: joodse geleerde
Slide 38 - Tekstslide
Uit welke drie delen bestaat de TeNaCH? Geef de Hebreeuwse namen en de Nederlandse betekenis.
Tora: wet
Nebiim: profeten
Chetubiem: geschriften
Maximaal 1 ,5 punt
Slide 39 - Tekstslide
Noem drie voorwaarden om te bepalen of voedsel ‘koosjer’ is.
Er mogen alleen maar ‘reine’ dieren gegeten worden
Men mag niets eten waar bloed in zit
Vlees- en zuivelproducten mogen niet samen bereid of gegeten worden.
Maximaal 1,5 punt
Slide 40 - Tekstslide
Teken een rechthoek met daarin de volgende onderdelen: