Nederlands les 8 - periode 2

WELKOM


* Telefoon in de telefoontas
* Laptop dicht op tafel
s.v.p.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELKOM


* Telefoon in de telefoontas
* Laptop dicht op tafel
s.v.p.

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands les 8 - 3F

Docent Anjali Sneep-Deuzeman

Slide 2 - Tekstslide

Agenda:

1. Gesprekken voeren

2. Hand-out

3. Afsluiten en voorbereiden examen
 




Slide 3 - Tekstslide

Doelen:

Aan het einde van deze les:

- heb je geoefend met het onderdeel  argumenteren en kun je een eenvoudige argumentenstructuur opzetten.

- Heb je één examenopdracht met haar kenmerken uitgeschreven tot een beknopte hand-out.

Slide 4 - Tekstslide

1. Gesprekken voeren

Argumenteren

Slide 5 - Tekstslide

Argumentatieschema
Oorzaak-gevolg: Je moet echt stoppen met roken (st), je kan er longkanker van krijgen (arg). 
Voor- en nadelen: Proefwerken moeten worden afgeschaft (st), anders staan leerlingen te veel bloot aan stress (arg). 
Vergelijking: Ik denk dat die maat schoenen voor hem goed is (st). Mijn zoon is net zo oud en draagt die maat ook (arg).
Voorbeelden: Je kunt absoluut niet op hem rekenen (st). Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten. (arg).
Gezaghebbende bron: Natuurlijk mag je het woord ‘falbala’ neerleggen bij Scrabble (standpunt). Het staat in de Van Dale (arg).
Kenmerken of eigenschap: Jeroen is eigenlijk nog een groot kind (st), want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (arg).

Slide 6 - Tekstslide

De opdracht!       3 rollen - één gesprek
Gespreksvoerder
Je voert een begeleidingsgesprek met een nieuwe collega. 

  • Wat wil of moet de collega leren?
  • Wat verwacht jij van de collega en wat verwacht hij van jou?
  • Wat is zijn werkervaring?
  • Wat weet hij van het assortiment van de winkel?
  • Wat weet hij al van de branche?

Luisteraar
Wat hoor je.
Welke vragen kun je stellen om meer de diepte in te gaan?

Observeerder
Jij bent stil in het gesprek.
  • Welke argumenten worden aangedragen? In welke categorie vallen ze?



timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Terugkoppelen
De observeerder koppelt terug welke argumenten gebruikt zijn.

Wat vond je sterk? En wat minder?

Slide 8 - Tekstslide

Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur
Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.
Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.
Als je je camera aan hebt, let je beter op.
Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Slide 9 - Sleepvraag

2.Hand-out

Slide 10 - Tekstslide

Het schrijfexamen Nederlands bestaat uit 2 á 3
(schrijf) examenopdrachten:

*een brief / e-mail schrijven *het invullen van een formulier
*een betoog schrijven *het schrijven van een artikel *een samenvatting schrijven *memo schrijven *een
instructie schrijven * een recept uitschrijven
*de beoordeling op 2F of 3F

Slide 11 - Tekstslide

Groepsindeling:



Mara

Yarah 2F

Kris en Mick 3F


Maud en Ben 3F

Sem H. en Joyce 2F







Jorrit en Nicky 2F

Sem P. en Dop 3F

Vince en Timo 2F


Slide 12 - Tekstslide

Groepsindeling:



Tim en Don

Yanick en Leandro

Giada en Nassim

Koen en Owen











Matthijs en Dune

Jort en Jeroen

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiten
Twee vragen, LessonUp

Slide 14 - Tekstslide

Volgende week:





Examen!
Je krijgt nog een e-mail toegestuurd. 

Slide 15 - Tekstslide