Algemene tips:
1. Oefen de vervoegingen van werkwoorden (‘wil wij’ > ‘willen wij’)
2. Gebruik zoveel mogelijk Nederlandse termen in plaats van Engelse. (bankapp in plaats van banking app)
3. Gebruik een spelling- en stijlchecker. Spelfouten zoals ‘omgewing’ (omgeving) en ‘klerekast’ (klerenkast) zijn zo te vermijden.
4. Gebruik termen consequent: ‘milieubewust’ dus cok ‘voor het milileu’ in plaats van ‘voor de omgeving’.
5. Relatief pronomen: bij een DE-woord > die (de conferentie DIE); bij een HET-woord > dat (het milieu, DAT)
5. Houd je aan de opdracht en gebruik maximaal 100 woorden