Het sorteren van de was

Het sorteren van de was
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het sorteren van de was

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
* Na deze les kan ik stapsgewijs uitleggen op wat voor manier de was gesorteerd moet worden.

* Aan het einde van de les kan ik minimaal 2 aandachtspunten benoemen bij het sorteren van de was.

Slide 2 - Tekstslide

De uitvoering.
• Controleer het wasgoed.
• Haal zakken in broeken en hemden leeg.
• Doe ritsluitingen dicht om te voorkomen dat ze ander wasgoed beschadigen of dat de ritsen stukgaan.
• Keer kledingstukken binnenstebuiten om te voorkomen dat ze vaal worden.
• Repareer kleding als er iets kapot is. Anders gaan ze door het wassen nog meer kapot.
• Verwijder eerst vlekken.
• Maak ceinturen en gespen los.
• Stroop mouwen af en haal sokken uit elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was ophangen
Wassen
Was controleren
Was strijken
Was opvouwen

Slide 4 - Sleepvraag

Quiz 

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke was behoort een rood T-shirt?
A
Bij de witte was.
B
Bij de donkerbontewas.
C
Bij de lichtbontewas.
D
Bij de rode was.

Slide 6 - Quizvraag

Zet de volgende handelingen in de goede volgorde.
Stap 1: De was voorbereiden, onder andere zakken controleren.
Stap 2: Temperatuur en wasprogramma kiezen.
Stap 3: Wasmiddel kiezen.
Stap 4: De was drogen.
Stap 5: De was in de wasmachine doen.
Stap 6: De was sorteren, bijvoorbeeld op kleur.

Slide 7 - Open vraag

Bij welke was behoort een licht roze T-shirt?
A
Bij de witte was.
B
Bij de donkerbontewas.
C
Bij de lichtbontewas.

Slide 8 - Quizvraag

Kan ik een broek of een trui warmer wassen dan dat aangegeven is op het etiket? Waarom wel of waarom niet? Leg uit.

Slide 9 - Open vraag

Alle witte kledingstukken kunnen bij elkaar in de wasmachine.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht
1. Maak opdracht 1 en opdracht 2 in het boekje

Slide 11 - Tekstslide