In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Thema 2: Organen en Cellen
Slide 1 - Tekstslide
2.1 Organen van dieren
Leerdoel:
1. Je kunt organen benoemen in een torso.
2. Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.
In je lichaam voeren organen bepaalde functies uit, zoals stoffen vervoeren of ademhalen.
Organen werken samen in orgaanstelsels.
Slide 2 - Tekstslide
B2.1 Organen van mensen
Slide 3 - Tekstslide
Organen
Slide 4 - Woordweb
Torso:
Een orgaan is een deel van een organisme. Elk orgaan heeft een eigen taak.
Je noemt een taak ook wel een functie. Bij je longen is de functie ademhalen.
Slide 5 - Tekstslide
Dwarsdoorsnede romp
Slide 6 - Tekstslide
Organenstelsels
Organen werken vaak samen met meerdere andere organen. Zo'n groep organen die samenwerken noem je een organenstelsel. Op de afbeelding zie je het verteringsstelsel.
Slide 7 - Tekstslide
Organenstelsels:
Slide 8 - Tekstslide
Organenstelsels
Bloedvatenstelsel
Bottenstelsel
Zenuwstelsel
functie
Vervoeren van bloed door het lichaam
functie
Vorm en stevigheid voor het lichaam.
Bescherming en aanhechting van pezen.
Functie
Seintjes van en naar de hersenen en spieren laten gaan.
Slide 9 - Tekstslide
De afbeelding hiernaast noem je een .....
A
Pop
B
Beeld
C
Torso
Slide 10 - Quizvraag
Welk onderdeel van het torso wordt aangegeven met nummer 7
A
Long
B
Dunne darm
C
Maag
D
Milt
Slide 11 - Quizvraag
Welk onderdeel van het torso wordt aangegeven met nummer 5
A
Long
B
Dunne darm
C
Maag
D
Milt
Slide 12 - Quizvraag
Organen van een hond
Bij de meeste zoogdieren komen dezelfde organen voor als bij mensen.
Slide 13 - Tekstslide
Organen van een insect
Ook insecten hebben organen en orgaanstelsels
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
MAAK: de opdrachten van basisstof 2.1
Opdracht 4 maak je in je werkboek
timer
10:00
Slide 15 - Tekstslide
Welk organenstelsel is dit
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 16 - Quizvraag
Welk organenstelsel zie je hiernaast?
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 17 - Quizvraag
Je hart hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel
Slide 18 - Quizvraag
een groep organen, noem je een...
A
organenstelsel
B
beenderenstelsel
C
bloedvatenstelsel
Slide 19 - Quizvraag
Je luchtpijp hoort bij je..
A
ademhalingstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
verteringstelsel
D
zenuwstelsel
Slide 20 - Quizvraag
Bij welk organen stelsel hoort de dikke darm?
A
verteringsstelsel
B
beenderenstelsel
C
bloedvatenstelsel
Slide 21 - Quizvraag
Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen
Slide 22 - Quizvraag
Het verteringsstelsel bestaat uit de bijvoorbeeld deze 3 organen: