In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Aan het eind van de les:
doel is van een werkoverleg
Overleg over het werk:
- tussen medewerkers onderling
- tussen leidinggevende en medewerkers
1 = voorzitter -> agenda maken, leiden,
2 = notulist -> notuleren = opschrijven wat er gezegd wordt.
* notulen = het geschreven document
3= deelnemer -> luisteren, mening
geven, uitleg vragen en meedenken
lijst met onderwerpen voor het werkoverleg.
- vaste agendapunten (staan er altijd op)
- variabele agendapunten (elke keer anders)
Bekijk de agenda (voorbeeld bespreken)
- een beeld kunnen vormen
- een mening kunnen vormen
- een besluit kunnen nemen
Een voorzitter is degene die het werkoverleg leidt (manager)
5 aandachtspunten bij de voorbereiding van het werkoverleg:
1. omschrijf het doel
2. zorg voor goede faciliteiten
3. bepaal de deelname
4. stel een agenda op
5. verslaglegging van het werkoverleg
Maak in groepjes van 3 kaartjes met de
begrippen van de afgelopen 10 lessen
en bijbehoorde kaartjes met de uitleg
van die begrippen. Ruil daarna met
een ander groepje en kijk of je tot de
juiste combinaties kan komen.