Recap lesson unit 3&4

3HV1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3HV1

Slide 1 - Tekstslide

Today
- Study words/phrases 

- Test date

- Recap grammar (partly)

Slide 2 - Tekstslide

Study words/phrases


10 min individually

Unit 3+4

Slide 3 - Tekstslide

Test Unit 3+4
Thursday 20 April

-->

Friday 21 April

Slide 4 - Tekstslide

Goals
-I know the infinitive, past simple and past participle of irregular verbs.

-I can indicate the difference between an active an a passive sentence.
-I can make active sentences passive and passive sentences active.

-I can explain when en how to use the past perfect.

-I can explain the difference between an adjective and adverb.
-I can use the adjective and adverb in a sentence correctly.


Slide 5 - Tekstslide

Irregular verbs
De onregelmatige werkwoorden moet je leren. Deze heb je al eerder allemaal geleerd. Ik heb ze nogmaals op Learnbeat gezet (zie studiewijzer).
We oefenen er nu vast een aantal.

Op de toets krijg je deze in een schema.

Slide 6 - Tekstslide

Een voorbeeld invulschema

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

am/ is/ are/ was/ were + past participle
Active
Someone cleans the office everyday 
My boss doesn't ask me to work late.

Passive
The office is cleaned every day. 
I am not asked by my boss to work late.

Slide 10 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
In veel passive zinnen staat bijv. "by him" 
Een zin is ook passive als je er "by monsters" achter kunt zetten

Slide 11 - Tekstslide

They like to drink orange juice.
A
passive
B
active

Slide 12 - Quizvraag

The man was hit in the face.
A
passive
B
active

Slide 13 - Quizvraag

I can indicate the difference between an active an a passive sentence.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Cookie Monster ate the cookies.
(make passive)

Slide 15 - Open vraag

Donuts are eaten by Homer.
(make active)

Slide 16 - Open vraag

Practise more
The following slide gives you a few extra exercises to work on. In these exercises you will need to make sentences passive.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

I can make active sentences passive and passive sentences active.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Past Perfect

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

🇬🇧 Past Simple 

🇳🇱 Verleden Tijd


ww+ed

(irr. verb = 2e vorm)



I saw him yesterday.



🇬🇧 Past Perfect

🇳🇱 Voltooid Verleden Tijd




🇬🇧 Past Simple 
🇳🇱 Verleden Tijd

ww+ed
(irr. verb = 2e vorm)

He arrived to the train station.


I decided to walk home.
🇬🇧 Past Perfect 
🇳🇱 Voltooid Verleden Tijd

had + ww+ed
(irr. verb = had + 3e vorm)

When he arrived to the train station the train had left.

I had lost my bike key so I decided to walk home.


The Past Perfect shows what happened first in the past.

Slide 23 - Tekstslide

Practise more
The following slide gives you a few extra exercises to work on. In these exercises you will have to fill in the past perfect and past simple.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

I can explain when en how to use the past perfect.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Adjectives and Adverbs

Slide 27 - Tekstslide

ADJECTIVES + ADVERBS

Slide 28 - Tekstslide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 29 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.
                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.
                                                         Hopefully, she will call me back later.


Slide 30 - Tekstslide

Uitzonderingen:


good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long

Slide 31 - Tekstslide

DUS...

Ron is a careful driver.

Ron drives carefully.

Slide 32 - Tekstslide

I can explain the difference between an adjective and adverb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Link

I can use the adjective and adverb in a sentence correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Content test
- Vocab
- Grammar
- Phrases
-Reading comprehension

Slide 36 - Tekstslide