les 10, woe 25 sept

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
- corriger les devoirs (10 min)
- réviser: Hoe maak je de présent/passé composé/imparfait/futur simple (40 min)

les devoirs:
faire: Schrijf 4 zinnen op, waarin je steeds per zin een andere tijd gebruikt. exemple: J'ai dansé hier. (passé composé)
apprendre: voca FG

Slide 2 - Tekstslide

Let op!! Dit zijn de regels die horen bij de regelmatige werkwoorden. Onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren!!!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je de présent?
1. Je pakt de stam van het hele werkwoord. 
2. Je plakt de uitgangen erachter.

Slide 4 - Tekstslide

- er
parler

je parle
tu parles
il/elle/on parle

nous parlons
vous parlez
ils/elles parlent


- ir
finir

je finis
tu finis
il/elle/on finit

nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent
x
x

Slide 5 - Tekstslide

-re
attendre

j' attends
tu attends
il/elle/on attend

nous attendons
vous attendez
ils/elles attendent
x

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je de passé composé?

1. hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
2. het hulpwerkwoord kan dus een vorm zijn van avoir/être

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

-er ---> é
parler

j'ai parlé
tu as parlé
il/elle/on a parlé

nous avons parlé 
vous avez parlé
ils/elles ont parlé
-ir----> i
finir

j'ai fini
tu as fini
il/elle/on a fini

nous avons fini
vous avez fini
ils/elles ont fini

Slide 9 - Tekstslide

-re--->u
attendre

j'ai attendu
tu as attendu
il/elle/on a attendu

nous avons attendu
vous avez attendu
ils/elles ont attendu

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?
1. Je pakt de nous-vorm in de présent.
2. haal -ons eraf.
3. plak de uitgangen erachter

Slide 11 - Tekstslide

Exemple: 
finissons

je finissais
tu finissais
il/elle/on finissait

nous finissions
vous finissiez
ils/elles finissaient
Exemple:
parler

je parlais
tu parlais
il/elle/on parlait

nous parlions
vous parliez
ils/elles parlaient
X
X

Slide 12 - Tekstslide

Hoe maak je de futur simple?
1. hele werkwoord + uitgangen
2. de uitgangen lijken erg op het ww avoir
3. als het hele ww eindigt op een 'e', dan haal je de 'e' eerst weg, voordat je de uitgangen erachter plakt.

Slide 13 - Tekstslide

exemple:
danser

je danserai
tu danseras
il/elle/on dansera

nous danserons
vous danserez
ils/elles danseront
exemple:
vendre

je vendrai
tu vendras
il/elle/on vendra

nous vendrons
vous vendrez
ils/elles vendront

Slide 14 - Tekstslide

Exercice
1. regarder (je, futur simple)
2. attendre (il, passé composé)
3. choisir (nous, présent)
4. parler (on, imparfait)
5. être (je, imparfait)

Slide 15 - Tekstslide