H5 2d
1 / 23
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Determineer:
vereor
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 2 - Sleepvraag
Vertaal:
Non vereor
Non vereor
Slide 3 - Open vraag
Determineer:
existimet
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 4 - Sleepvraag
Wat is het onderwerp bij existimet?
A
ingesloten
B
quis (=aliquis)
C
me
D
haec
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal: non vereor ne quis ... existimet
Ik ben niet bang dat ...
Ik ben niet bang dat ...
Slide 6 - Open vraag
ne quis ... existimet
Welke constructie verwacht je bij existimet?
Welke constructie verwacht je bij existimet?
Slide 7 - Open vraag
Wat is de eerste pv in de ACI?
A
vestri
B
adhortandi
C
loqui
D
existimet
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de tweede pv in de ACI?
A
existimet
B
aliter
C
adfectum esse
D
esse
Slide 9 - Quizvraag
Determineer:
Licuit
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 10 - Sleepvraag
Vertaal: Licuit
Slide 11 - Open vraag
Licuit + inf
Welke inf hoort bij Licuit?
Welke inf hoort bij Licuit?
Slide 12 - Open vraag
Determineer:
profectus eram
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 13 - Sleepvraag
Vertaal: profectus eram
Slide 14 - Open vraag
Determineer:
haberem
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 15 - Sleepvraag
Vertaal haberem als irrealis.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Welk woord voeg je toe in je vertaling als een zelfst. nw. een dvb is?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Determineer:
praeterveherer
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 20 - Sleepvraag
Vertaal praeterveherer.
Slide 21 - Open vraag
Determineer:
movi
1
2
3
ev
mv
ind
imp
conj
prae
impf
fut
pf
plq pf
fut ex
A
P
Slide 22 - Sleepvraag
Vertaal castra movi.
