Les 15 - V5 - textos y vocabulario

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo b, vwo
• Leerjaar 5

Bienvenidos V5

Repasar vocabulario

Practicar un texto

La clase anterior: qué frase es mentira

1. In 711 versloegen de Spanjaarden de Moren.

2. Hispanae, Iberisch Schiereiland, Al Andalus betekenen allemaal eigenlijk Spanje.

3. De Reconquista is het terugveroveren van Spaans grondgebeid door de Christelijke Spanjaarden op de Moren en begon in 718 en eindigde in 1492.

La preparación para hoy

Inleveren

papieren versie (uitgeprint dus en in een mapje (verzorgd) van je script.

Maken

luisteroefening in woots (jij kiest welke)

tekst 5 pag. 21 uit je reader en kijk het na (zie bijlage antwoordmodel).

Lessonup 2 literatuur el Cid

Leren

vocabulaire voor luistertoets/leestoetsen pag. 11 en 12 spa-ned uit reader

Vocabulario de textos - 1

¿En qué categoría caben las siguientes palabras?

1. el efecto invernadero
2. la quiebra
3. el gobierno
4. entrar en vigor
5. la inundación
6. la venta

Categoría

a. economía

b. medio ambiente

c. política y sociedad

Vocabulario de textos - 2

¿Qué es la palabra contraria?

1. la pobreza
2. barato
3. disminuir
4. ahorrar
5. deteriorar
6. prestar
7. desventaja

a. gastar

b. pedir prestado

c. mejorar

d. desventaja

e. la riqueza

f. aumentar

g. caro

Texto 5 del reader

Con tu compañero/a ...

Escanea el texto.

¿Qué lista de vocabulario del reader te puede ayudar en comprender este texto?

Da 3 ejemplos del texto.

Welke stap in de strategie ontbreekt?

Vertaal titel en bekijk plaatje(s)

Schrijf de hoofdgedachte van de tekst op een blaadje.

Lees de eerste vraag, maar niet de antwoorden.

Lees de alinea of regels waarnaar wordt verwezen,

Markeer het stukje tekst waar volgens jou het antwoord staat.

Lees nu de meerkeuze antwoorden en maak je keuze

Hacer el texto - individuales

Escribe estas palabras en tu cuaderno:

conseguir = bereiken, lukken

lograr = bereiken, lukken

volver a + infinitivo = iets nog een keer doen

propio, propia = eigen

apoyar = steunen

tardar = duren

alejado, alejada = ver van

devolver = teruggeven

esperar = wachten

Welk cijfer geef jij je zelf voor je Spaanse vocabulaire kennis

Steek je hand op met het aantal vingers.

Levántate si no estás de acuerdo

1. Siempre hago los deberes para español.
2. Los textos que hacemos en clase son fáciles.
3. Tengo que estudiar más vocabulario
4. He practicado mucho en woots
5. Voy a sacar una buena nota para el examen auditivo.

La preparación para mañana

Leren 

política y sociedad pág. 13

Maken

Tekst 9

Zelf nakijken met het antwoordmodel (zie bijlage)