VEI 1: Start biologie 2021/2022

BIOLOGIE MET MEVR. VAN DER VEER
VEI@DR.NASSAUCOLLEGE.NL
HANDEN EN TAFEL SCHOON?
LAAT ALLES IN JE TAS ZITTEN!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BIOLOGIE MET MEVR. VAN DER VEER
VEI@DR.NASSAUCOLLEGE.NL
HANDEN EN TAFEL SCHOON?
LAAT ALLES IN JE TAS ZITTEN!

Slide 1 - Tekstslide

KENNISMAKEN

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
  • Namen controleren.
  • LessonUp account maken
  • Werkpad in Logboek schrijven (als er genoeg tijd is)

Slide 4 - Tekstslide

Kies: Gebruik Office 365!!

Slide 5 - Tekstslide

diknr 

Slide 6 - Tekstslide

LessonUp
  • www.lessonup.com
  • klik rechts boven op "Registreren"
  • kies "Verder als leerling" en vul klascode: diknr
  • Kies voor "Gebruik je Office 365 account", dan hoef je verder niks meer in te vullen, lekker makkelijk!

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je meenemen als je biologie hebt?


Goed humeur
Chromebook/laptop

Schrift en pen
Potlood en kleurpotloden

Slide 8 - Tekstslide

Wat is biologie?

Slide 9 - Tekstslide

Waar denk je aan bij "biologie"?

Slide 10 - Woordweb

Pak je logboek week 36 ga naar..
  1. Weekdoelenoverzicht week 36 en schrijf Biologie op met daarbij: LEVENSKENMERKEN, dat is de les uit de Portal in week 36.
  2. Weekdoelenoverzicht week 37 en schrijf Vorm en functie en Overleven
  3. Voor volgende week moet je in ieder geval Levenskenmerken in de portal gedaan hebben. Je mag de volgende twee lessen ook gaan doen als je daar tijd voor hebt, dan kom je goed voorbereid in de les.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de 9 levenskenmerken benoemen
  • Je begrijpt wat elk levenskenmerk inhoudt bij verschillende typen levende wezens.
  • Je kunt bij een levend wezen weergeven welke levenskenmerken aanwezig zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Biologie in de portal
  • Klik in de Portal op " Periodedoelen"
  • Kies Biologie "Over leven en overleven"
  • Je komt bij week 36 en gaat naar "Levenskenmerken"

Slide 13 - Tekstslide

Biologie gaat over 
  • Alles wat leeft.
  • Planten, dieren (mensen), bacteriën en schimmels.

Slide 14 - Tekstslide

Levenskenmerken
Levenskenmerken
  • Ademhalen
  • Voeden
  • Uitscheiden
  • Bewegen
  • Groeien
  • Ontwikkelen
  • Voortplanten
  • Waarnemen
  • Reageren








Slide 15 - Tekstslide

Les 2: levenskenmerken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen.
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 18 - Sleepvraag

Hoeveel levenskenmerken zijn er?
A
3
B
5
C
7
D
9

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link

Bewegen
Dieren bewegen op verschillende manieren: 
lopen, vliegen, zwemmen, kruipen. 
Planten bewegen ook, bijvoorbeeld een bloem die zich opent in het licht.

Slide 21 - Tekstslide

Waarnemen
Waarnemen betekent dat een organisme merkt wat er in de omgeving gebeurt.
Het waarnemen is een levenskenmerk dat organismen gebruiken om bijvoorbeeld voedsel te vinden of gevaar te signaleren.  

Veel dieren (ook de mens) nemen via zintuigen waar met hun hersenen. Planten kunnen licht waarnemen.

Slide 22 - Tekstslide

Reageren
Reageren betekent dat een organisme iets doet of dat er in het lichaam van het organisme iets verandert, als er in de omgeving iets verandert.
Mensen en dieren reageren op prikkels in de omgeving.
Planten reageren ook. Bijvoorbeeld op het licht. Ze groeien naar de zon toe.

Slide 23 - Tekstslide

Voortplanten
Alle organismen zorgen ervoor dat ze nakomelingen krijgen. Er zijn verschillende soorten voortplanting.

Dieren krijgen jongen. Planten maken zaden. Bacteriën planten zich voort door zichzelf te delen.

Slide 24 - Tekstslide

Groeien
Groeien is het groter en zwaarder worden van een organisme.

Organismen nemen voeding en water op om te groeien. Een boom bijvoorbeeld wordt ieder jaar een stukje dikker.

Slide 25 - Tekstslide

Ontwikkelen
Ontwikkelen betekent van vorm veranderen.
Een voorbeeld van een ontwikkeling is de metamorfose van pop tot vlinder.
De mens ontwikkelt zich van baby via kleuter en puber tot volwassene.
Ook planten ontwikkelen zich van kiemplantje tot volwassen plant.

Slide 26 - Tekstslide

Voeden
Alle organismen hebben voedsel en water nodig.
Uit het voedsel halen de organismen de energie voor alles wat ze doen en de stoffen om te kunnen groeien.

Slide 27 - Tekstslide

Ademen
Elk organisme ademt. Als organismen niet ademen gaan ze dood.

Slide 28 - Tekstslide

Uitscheiden
Uitscheiden betekent dat een organisme stoffen die hij niet nodig heeft verwijdert.
Mensen doen dit bijvoorbeeld door te zweten of te plassen/poepen.
Planten scheiden via huidmondjes in de bladeren zuurstof en water af.

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk week 37
  • Logboek leerdoelenoverzicht week 37
  1. Levenskenmerken
  2. Vorm en functie 
  3. Overleven

Slide 30 - Tekstslide