Alle personen in deze quiz zijn 18+ en bij hun volle verstand, tenzij anders aangegeven.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Handhaver toezicht en veiligheidMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Let op:
Alle personen in deze quiz zijn 18+ en bij hun volle verstand, tenzij anders aangegeven.
Slide 1 - Tekstslide
Bij schuld in enge zin is het gevolg van het handelen van de dader door hem gewild.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 2 - Quizvraag
Schuld in enge zin kan worden opgedeeld in schuld in ruime zin en opzet.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 3 - Quizvraag
Opzet moet bij elk strafbaar feit worden bewezen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 4 - Quizvraag
Een strafbepaling bestaat uit een wettelijke delictsomschrijving (altijd), kwalificatie (niet altijd) en sanctie (niet altijd). Wat is een ander woord voor de wettelijke delictsomschrijving?
Slide 5 - Open vraag
Jennifer wil Daan vermoorden. Ze koopt met dit doel een pistool. Daarnaast maakt ze een valse sleutel zodat ze in de nacht de woning van Daan binnen kan om hem dood te schieten. Voordat ze haar plan kan uitvoeren, komt Daan achter de plannen van Jennifer en belt de politie. Waarvan is hier sprake?
A
Strafbare poging.
B
Voorbereidingshandelingen.
Slide 6 - Quizvraag
Op moord staat 30 jaar gevangenisstraf. Hoeveel gevangenisstraf kun je krijgen voor een strafbare voorbereiding hiervoor? Vul alleen het cijfer in.
Slide 7 - Open vraag
Vul het juiste cijfer in: voorbereiding is alleen strafbaar als het gaat om een misdrijf waarop .... jaar of meer gevangenisstraf staat.
Slide 8 - Open vraag
Jeron krijgt ruzie met Cailyn. Cailyn is veel groter dan Jeron en hij besluit daarom zijn pistool thuis op te halen. Als hij Cailyn weer ziet, richt hij zijn wapen op Cailyn. Hij schiet vervolgens in de richting van Cailyn, maar hij mist. Hierbij is sprake van een strafbare poging tot moord/doodslag.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 9 - Quizvraag
Op doodslag staat een maximale gevangenisstraf van 15 jaar. Hoeveel gevangenisstraf kun je krijgen voor een strafbare poging hiervoor? Vul alleen het cijfer in.
Slide 10 - Open vraag
Nanda en Amarante willen een tankstation overvallen. Ze hebben beiden een pistool hiervoor bij zich. Als ze in het tankstation zijn, trekken ze hun vuurwapen en roepen dat de medewerker hen al het geld moet geven. Dan komt er een politieauto aangereden en ze besluiten er zonder buit vandoor te gaan. Hier is sprake van vrijwillige terugtred en dus niet van een strafbare poging voor diefstal met geweld.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 11 - Quizvraag
Milan en Luna hebben ruzie met Thekla. Milan en Luna besluiten Thekla dood te schieten. Milan richt zijn pistool op Thekla en vuurt, maar kan niet goed schieten en mist. Thekla probeert weg te komen. Luna slaat Thekla vervolgens tegen de grond en zegt tegen Milan: "zo, heb ik het even makkelijker voor je gemaakt". Milan schiet Thekla dood. Wat is juist?
A
Luna is medeplichtige.
B
Luna is medepleger.
Slide 12 - Quizvraag
Bibi en Silke hebben ruzie met Rick. Bibi geeft Silke een pistool en zegt: "hier, kun je zijn kop van zijn romp af knallen". Bibi rent vervolgens weg. Silke twijfelt, maar besluit toch haar wapen op Rick leeg te schieten. Deze raakt dodelijk gewond. Waarvan is hier sprake?
A
Bibi is medeplichtige.
B
Bibi is uitlokker.
C
Bibi is doen pleger.
Slide 13 - Quizvraag
Rens en Niels hebben ruzie met Linda. Rens vraagt Niels om zijn pistool. Daarna rijdt hij met dit pistool alleen naar het huis van Linda. Daar belt hij aan. Als Linda open doet, schiet Rens Linda in zijn buik. Wat is de rol van Niels?
A
Uitlokker.
B
Medeplichtige.
C
Doen pleger.
Slide 14 - Quizvraag
Romy heeft een neefje. Dit jongetje is 10 jaar. Romy vraagt dit neefje om in de supermarkt 10 repen chocolade te stelen. Romy denkt op deze manier zelf niet gestraft te kunnen worden. Als haar neefje wordt gepakt, is dat haar probleem niet. Het neefje steelt inderdaad de 10 repen chocolade. Is Romy hiervoor strafbaar?
A
Ja, als doen pleger.
B
Ja, als uitlokker.
C
Nee, ze had een van de 9 uitlokkingsmiddelen moeten gebruiken om gestraft te kunnen worden als doen pleger.
D
Nee, ze had een van de 9 uitlokkingsmiddelen moeten gebruiken om gestraft te kunnen worden als uitlokker.
Slide 15 - Quizvraag
Amber wil dat Tom voor haar Lars 'laat slapen'. Ze eist van hem dat hij dit direct doet. Tom zegt dat hij dit niet wil. Amber geeft Tom een schop en zegt: "aan de slag!". Tom gaat vervolgens naar Lars en vermoordt hem. Wat is Amber?
A
Doen pleger, Tom is niet strafbaar omdat hij een beroep kan doen op overmacht.
B
Uitlokker, Tom kan gewoon gestraft worden.
C
Medeplichtige, hij is opzettelijk behulpzaam bij het plegen van een misdrijf.
D
Niet strafbaar. Tom is namelijk gewoon strafbaar en Amber heeft geen gebruik gemaakt van een uitlokkingsmiddel.
Slide 16 - Quizvraag
Een provincie is een privaatrechtelijke rechtspersoon.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 17 - Quizvraag
Een rechtspersoon is geen natuurlijk persoon, maar is wel een partij in het recht en kan daardoor ook als partij in een rechtszaak worden betrokken.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 18 - Quizvraag
Jan werkt voor de Albert Heijn. Tijdens zijn werkzaamheden krijgt hij ruzie met Jan-Jaap. Hij slaat Jan-Jaap een aantal keren op zijn neus. Die breekt. Kan de Albert Heijn voor dit feit als rechtspersoon voor de rechter worden gesleept?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 19 - Quizvraag
Jitse en zijn collega's werken bij het bedrijf Chemopack B.V. dat chemische stoffen produceert. De afvalstoffen hiervan moeten volgens een bepaalde procedure worden afgevoerd. Jitse en zijn collega's hebben hier een eigen methode voor. Zij dumpen het spul gewoon in de rivier. Deze handeling is natuurlijk strafbaar. Kan het bedrijf Chemopack B.V. hiervoor als rechtspersoon voor de rechter worden gedaagd?
A
Ja.
B
Nee..
Slide 20 - Quizvraag
Jan heeft een ernstige dwangneurose. Hij moet elke dag een reep chocolade stelen uit een winkel. Dit doet hij dan ook. Op een gegeven moment wordt hij betrapt. Op welke strafuitsluitingsgrond kan hij eventueel een beroep doen?
A
Overmacht.
B
Noodweerexces.
C
Wettelijk voorschrift.
D
Ontoerekeningsvatbaarheid.
Slide 21 - Quizvraag
Koos heeft een hekel aan Mehmet. Op een dag ziet hij Mehmet lopen en begint gelijk op Mehmet in te slaan. Mehmet kan makkelijk weglopen, maar laat dit niet op zich zitten. Hij is toch een echte kerel, denkt hij. Hij slaat Koos vervolgens tegen de grond. Daarna geeft hij hem nog een schop na. Waarvan is hier sprake?
A
Noodweer, gevolgd door noodweerexces.
B
Noodweer.
C
Overmacht.
D
Geen strafuitsluitingsgrond
Slide 22 - Quizvraag
Sem is scherpschutter bij de DSI. Hij wordt ingezet bij een gijzeling in een appartement. Hij ligt op het dak en heeft de gijzelnemer in het vizier. Hij krijgt verder niets mee van de gesprekken in het appartement. Op een gegeven moment krijgt hij van zijn leidinggevende de opdracht de gijzelnemer met een schot uit te schakelen omdat het daarbinnen helemaal uit de hand loopt. Hij voert dit bevel uit. Achteraf blijkt dat de dader zich juist over wilde geven. Op welke strafuitsluitingsgrond kan Sem een beroep doen?
A
Noodweer-exces
B
Ambtelijk bevel
C
Wettelijk voorschrift
D
Hij kan zich niet op een strafuitsluitingsgrond beroepen