In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.3 De opkomst van het christendom (Deel 2)
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
In deze paragraaf leer je:
- Hoe het christendom ontstond.
- Hoe joden in het Romeinse rijk terechtkwamen.
- Hoe het christendom werd verspreid, verboden en later de Romeinse staatsgodsdienst werd.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van het Jezus?
Slide 4 - Woordweb
Verdraagzaamheid
De Romeinen hadden tientallen goden
Veroverde volken mochten hun eigen goden blijven aanbidden.
Slide 5 - Tekstslide
Jodendom
In Judea woonden de joden
Joden geloven in één god en zijn monotheïstisch
Zij weigerden de Romeinse goden en keizer te vereren
Uiteindelijk kwamen de joden in opstand
Slide 6 - Tekstslide
Jezus van Nazareth
Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft (prediker).
Jezus krijgt veel aanhangers.
De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.
Slide 7 - Tekstslide
Christenen
De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen.
Dit komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.
Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.
Slide 8 - Tekstslide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.
Slide 9 - Tekstslide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.
Slide 10 - Tekstslide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.
Slide 11 - Tekstslide
Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk!
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god,
en dat is niet de Romeinse keizer!
De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god.
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk.
Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft.
Hij won de veldslag en werd christen...
Slide 14 - Tekstslide
Staatsgodsdienst
In 394 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden.
Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
Een staatsgodsdienst is de enige godsdienst dat een land toelaat.
Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote
Slide 15 - Tekstslide
Een nieuw geloof
De baas van de Rooms-katholieke kerk is de paus.
De paus kon niet alles alleen doen en had mensen die hem per gebied hielpen.
Deze mensen zijn bischoppen.
Slide 16 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Godsdienstvrijheid
Kerk
Bischoppen
Paus
Rooms-katholieke kerk
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk
Maken 2.3 De opkomst van het Christendom Opdrachten 4 en 6.