zuurstof

zuurstof
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

zuurstof

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kunt de indicaties voor het geven van zuurstof benoemen.
2. Je kunt de risico’s en complicaties bij toediening van zuurstof toelichten.
3. Je kunt berekenen hoeveel zuurstof in een zuurstofcilinder zit.
4. Je kunt volgens protocol zuurstof aansluiten en toedienen met verschillende soorten materialen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je de zuurstof meten bij je zorgvrager?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties voor het meten van de saturatie
  • Ontwennen/ afbouwen
  • Dyspnoe
  • Cyanose
  • Afwijkende ademhaling
  • Hoge of lage pols
  • Verandering bewustzijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe meet je zuurstofgehalte?
  • saturatie ( verzadiging vd erytrocyten met O2)
  • veneuze Astrup = vingerprik 


  • Arteriële Astrup (bloed uit slagader gehaald)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem enkele verschijnselen bij zuurstofgebrek

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

verschijnselen hypoxie
  • kortademig in rust en ook bij lichte inspanning
  • geen energie om iets te ondernemen 
  •  gebruik hulpademhalingsspieren 
  • sufheid, minder alert
  • vergeetachtigheid / verward
  • blauwe huidskleur van vingers, nagels , lippen 
  • hoge pols en AH en RR
  • angstig 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zorgvrager met hypoxie...


... wil het liefste rechtop zitten
... wil knellende kleding uitdoen
... kan niet praten en ademhalen  tegelijk
... gebruikt hulpademhalingsspieren
... neusvleugelt
... heeft tekenen van cyanose

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbehouden en risicovol
  • altijd in opdracht vd arts 
  • schrijft ook aantal liters voor per minuut
  • gebruik maken van juiste middelen en materialen 
  • alert zijn bij COPD (ademdepressie)
  • zuurstof is brandbaar!
  • bij een cilinder; bereken de inhoud

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 aandachtspunten 
  • zorg voor comfortabele houding zorgvrager
  • bij meer dan 5 ltr dan lucht bevochtigen 
  • voorkomen van drukplekjes
  • gebruik geen vet/olie als zalf. NOOIT vaseline 
  • goede neus / mond verzorging
  • pas op met vuur / vonkjes 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas op met zuurstof!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen
Neusbril                                             Zuurtstofkatheter                                            Masker
6 tot 10 liter
1 tot 6 liter
0 tot 3 liter

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 tot 15 liter per minuut
1 tot 6 liter per minuut
0 tot 6 liter per minuut

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstofbronnen
  • Zuurstofcilinder
  • Concentrator
  • Vloeibaar zuurstof

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

In een zuurstofconcentrator stroomt de omgevingslucht door adsorberend materiaal, een zogenaamde 'moleculaire zeef’. Dit materiaal scheidt de zuurstof van de stikstof en van andere gassen.
Het resultaat is een constante toevoer van een hoge concentratie extra zuurstof naar de client.


voor- en nadelen concentrator
  • haalt zuurstof uit de omgevingslucht - raakt nooit op
  • let op goede ventilatie
  • lange slangen / knikken 
  • maakt meer geluid 
  • goedkoper

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

formule is 
 Inhoud cilinder (liters) x druk (bar). = .. liter zuurstof.
Hoeveelheid = 10 x 130 = 1300 liter zuurstof.
dan delen door 60 = aantal uren dat je nog zuurstof hebt. 
delen door aantal liters/minuut wat iemand nodig heeft. 

zo aan de slag met praktische vaardigheid en de som om het te berekenen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist: Luchtbevochtiging bij zuurstoftoediening vanaf 5 liter per minuut is noodzakelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties:

problemen met ademhaling of gaswisseling
- hart/long problemen
- bloed armoede
- postoperatief, sedatie
- ernstig trauma
-onderkoeling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contra-Indicatie
- verwondingen neus/keelholte
- verwondingen aan aangezicht
- schedel/hersenen trauma
- een jonge leeftijd (kinderen en zuigelingen)
- vroeggeboorte (oogschade)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een longembolie krijgt een deel van de long
A
Te weinig bloed en zuurstof
B
Te weinig bloed en vitamine
C
Te weinig bloed en enzymen
D
Te weinig bloed en Glucose

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij hyperventileren geeft iemand
A
Te veel koolzuurgas af
B
Te weinig koolzuurgas af
C
Te veel zuurstof af
D
Te weinig zuurstof af

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

complicaties 

  • ademdepressie
  • koolzuuropstapeling door onvoldoende O2 toevoer
  • O2 intoxicatie (bij beademing)
  • lucht in de maag (katheter te diep ingebracht)
  • weglekken O2 bij verkeerd hulpmiddel
  • droge neus / mond 
  • drukplekken 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige observatiepunten?
Huid en slijmvliezen: Goede controle & verzorging neus, mond en keel - Check op decubitus door neussonde of neusbril
Is toedienig effectief? Knik in slang? - Verstopping door slijm? - Ademt zorgvrager veel door de mond?
Zuurstofdosering te hoog of laag: Hoofdpijn - Hoge hartslag - Zweten - Bewustzijnsverlies - Hoge bloeddruk - Overmatige speekselafvloed

 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen van zuurstof

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht theorie
1. Noem vier oorzaken waarom iemand zuurstof nodig heeft.
2. Leg drie verschillende toedieningssystemen voor zuurstof uit.
3. Wat is de reden dat de zuurstof wordt bevochtigd?

4. Bereken de volgende som omtrent zuurstof. Iemand krijgt 5 l/min.
 Om 8:00 uur wijst de manometer op de cilinder van 40 liter 25 bar aan. 
A. Hoeveel zuurstof zit er in de tank?
B. Hoe laat moet uiteindelijk op een nieuwe cilinder worden overgeschakeld?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies