3.4 Inwendige geslachtskenmerken

Voortplanten en seksualiteit
3.4 inwendige geslachtsorganen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voortplanten en seksualiteit
3.4 inwendige geslachtsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES
  • Wat weet je nog van?
  • Uitleg 3.4
  • Learnbeat inloggen
  • Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
- de functies van de inwendige geslachtsorganen.
- de invloed van geslachtshormonen
- wanneer iemand vruchtbaar is.
- de menstruatiecyclus.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

penis
bijbal
teelbal
balzak
eikel

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


De pijl wijst naar de:
A
Zaadleiders
B
Eicel
C
Eileiders
D
Eierstokken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk nummer is de vagina aangegeven?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
laptop
dicht

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtscellen
Organismen moeten zich voortplanten om te blijven bestaan.
Hiervoor zijn er geslachtscellen nodig die worden gemaakt door de geslachtsorganen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendige mannelijke geslachtsorganen
  • Teelballen produceren zaadcellen en hormonen
  • Bijballen slaan zaadcellen tijdelijk op
  • Zaadleider vervoert zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat produceren vocht dat de zaadcellen in leven houdt na de zaadlozing.
  • Plasbuis vervoert urine en sperma

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inwendige vrouwelijke geslachtsorganen
  • Vagina buis naar de baarmoedermond toe
  • Eierstokken produceren eicellen en hormonen
  • Eileider vervoert eicellen
  • Baarmoeder hierin kan een bevruchte eicel zich ontwikkelen tot een baby
  • Baarmoedermond is de opening naar de baarmoeder toe
  • Baarmoederhals verbind de vagina met de baarmoeder

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtshormonen
Voor de ontwikkeling, groei en werking van de geslachtsorganen, zijn er geslachtshormonen nodig.

Mannelijk geslachtshormoon:
Testosteron
Vrouwelijke geslachtshormonen:
Oestrogeen
Progesteron

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtbaarheid bij mannen
  • vanaf de puberteit produceren de teelballen zaadcellen.
  • De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen
  • Bij een zaadlozing komen er gemiddeld rond de 40.000.000 zaadcellen vrij.
  • deze mengen zich met vocht uit de zaadblaasjes en prostaat, dit mengsel heet sperma
  • Jongens zijn vruchtbaar vanaf hun eerste zaadlozing.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voortplantingsorganen man
  • zaadcellen
  • zaadleider
  • prostaat
  • zaadblaasjes
  • vruchtbaarheid

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penis in erectie
Zwellichamen zwellen op, omdat ze vullen met bloed. 
Een erectie kan ontstaan door:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 2 eierstokken
  • 400.000 onrijpe eicellen
  • Eens in de 28 dagen rijpt een eicel


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

https://www.bioplek.org/animaties/voortplanting/vrouwcycluseenvoudigx.html
menstruatiecyclus

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOEVEEL DAGEN ZITTEN ER TUSSEN DE MENSTRUATIES? 

Slide 26 - Tekstslide

Ongeveer elke vier weken rijpt in een van de beide eierstokken een eicel.
Maar je kunt dat nooit helemaal precies zeggen – de menstruatiecyclus is bij elk meisje anders – soms langer, soms korter. Hoe verschillend menstruatiecycli kunnen verlopen, laten de twee afbeeldingen zien: de ene menstruatiecyclus duurt 28 dagen, wat overeenkomt met het gemiddelde. De andere cyclus is met 33 dagen duidelijk langer – en toch heel gewoon. Let erop dat de informatie over de vruchtbare dagen en het tijdstip van de eisprong in de beide afgebeelde menstruatiecycli alleen maar richtcijfers zijn.

Bron: https://teens.obtampons.be/nl/je-menstruatiecyclus
WAT ZIJN DE HEVIGSTE DAGEN TIJDENS DE MENSTRUATIECYCLUS?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 30 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
Zelfstandig werken

3.4 Inwendige geslachtsorganen

Opdrachten A t/m E

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies