(Visie op) gezondheid

Programma
  • Hoe is het?
  • Elke week naar school?
  • Flyer uitleg
  • (Visie op) gezondheid
  • Motivatie en ambivalentie
  • Oefening
  • Afronding
  • SLB
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Hoe is het?
  • Elke week naar school?
  • Flyer uitleg
  • (Visie op) gezondheid
  • Motivatie en ambivalentie
  • Oefening
  • Afronding
  • SLB

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar denk jij aan bij gezondheid?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie WHO
 1948

'Gezondheid is een toestand van algeheel welbevinden waarin er geen sprake is van lichamelijk letsel of ziekte.'

Slide 3 - Tekstslide

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen
voor een nieuwe definitie van het begrip ‘gezondheid’.
De oude definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO), ‘gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk
en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of
gebrek’, voldoet niet meer. Deze definitie zou namelijk
medicaliserend, te statisch en te veel op ziekte gericht zijn.
Ook zou deze definitie te weinig handelingsperspectief
bieden aan mensen die ziek zijn (Huber et al. 2011). Op
verschillende plekken in Nederland wordt daarom steeds
meer gewerkt vanuit een breed perspectief op gezondheid,
waaronder Positieve Gezondheid en van ‘Ziekte en Zorg
naar Gezondheid en Gedrag’ (zie Tekstbox 1). In deze brede
gezondheidsconcepten staat niet langer centraal wat
iemand niet meer kan. Het gaat er juist om wat iemand wèl
kan, belangrijk vindt en eventueel wil veranderen.
Bovendien gaat het niet alleen om lichamelijke kanten van
gezondheid maar ook om het vermogen om je aan te
passen, welbevinden, eigen regie, veerkracht, participatie
en zingeving.

Definitie 


'Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.' 

(Machteld Huber, 2012)

Slide 4 - Tekstslide

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen
voor een nieuwe definitie van het begrip ‘gezondheid’.
De oude definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO), ‘gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk
en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of
gebrek’, voldoet niet meer. Deze definitie zou namelijk
medicaliserend, te statisch en te veel op ziekte gericht zijn.
Ook zou deze definitie te weinig handelingsperspectief
bieden aan mensen die ziek zijn (Huber et al. 2011). Op
verschillende plekken in Nederland wordt daarom steeds
meer gewerkt vanuit een breed perspectief op gezondheid,
waaronder Positieve Gezondheid en van ‘Ziekte en Zorg
naar Gezondheid en Gedrag’ (zie Tekstbox 1). In deze brede
gezondheidsconcepten staat niet langer centraal wat
iemand niet meer kan. Het gaat er juist om wat iemand wèl
kan, belangrijk vindt en eventueel wil veranderen.
Bovendien gaat het niet alleen om lichamelijke kanten van
gezondheid maar ook om het vermogen om je aan te
passen, welbevinden, eigen regie, veerkracht, participatie
en zingeving.
Welke visie spreekt jou het meest aan?

WHO: 'waarin er geen sprake is van lichamelijk letsel of ziekte'


Huber: 'vermogen van mensen zich aan te passen'..in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.'

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Test je positieve gezondheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambivalentie
  •  Conflict dat je voelt als je iets wel wil, en tegelijkertijd niet. 
  •   Is normaal, maar kan gedragsverandering wel belemmeren. 
  • Je wil iets, en je wil het tegelijkertijd ook niet. Of je wilt iets, en tegelijkertijd ook iets anders, en je kunt niet kiezen. Voortdurend hink je heen en weer tussen ‘ja’ en ‘nee’ of tussen ‘A’ en ‘B’. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambivalentie
“Eigenlijk zou ik geen zoetigheid als tussendoortjes moeten nemen, maar als ik trek heb kan ik er echt niet vanaf blijven.”


“Als ik nu een nieuwe auto koop, dan kan ik op de brandstofkosten besparen, maar het is ook wel voordelig om mijn oude auto helemaal op te rijden.”

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
In duo's ga je het schema invullen.
Je kiest een gewoonte waar jij mee wilt stoppen/minderen
Bijvoorbeeld: Roken, snoepen, laat naar bed, Red Bull, teveel geld uitgeven. 
Zelfmanagement
Wat weten jullie over zelfmanagement?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond je van de les?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies