Wie? zu zweit
Was? Zoek de uitspraakregels op (It's, bronnen) en pak leestekst C van K 6.
Lees de 'Auswertung' (uitwerking), kies één van de drie stukjes die je gaat lezen, pak de uitspraakregels erbij en ga de tekst oefenen om vloeiend te lezen.
Lees elkaar om de beurt een regel voor en corrigeer elkaar.
Ergebnis: je kunt de tekst zonder haperen en met de juiste uitspraak voor de klas voorlezen